Inhoudsopgave
Advertenties
Instructies voor de gebruiker van de installatie
Opstarten
De eerste opstart moet plaatsvinden volgens
de installatievoorschriften van de onderneming
die de installatie heeft uitgevoerd of door een
hiervoor aangewezen specialist.
Controleer de druk van de installatie op de manometer
(niet meegeleverd) – indien nodig water bijvullen totdat de
zwarte wijzer zich in de groene zone bevindt.
Ontlucht, indien nodig, de verwarmingsketel en de
installatie.
Vraag
uw
inlichtingen betreffende dit onderwerp.
Controleer het oliepeil in geval van werking op stookolie.
Open de toevoerkranen van de brandstofleiding.
Schakel de noodstop in die zich aan de buitenkant van het
ketelhuis bevindt.
Zet de pompschakelaar op Aan.
Stel de ketelthermostaat af op de gewenste
maximum ketel-/warmwatertemperatuur.
Zet de Aan/Uitschakelaar op "I".
Druk op de terugstelknop van het veiligheidskastje op de
brander:
De verwarmingsketel start.
Het starten kan uitgesteld worden, afhankelijk van de
geïnstalleerde brander of het bestaan van een
voorverwarming van de stookolie of een
afdichtingscontroller. De werking gaat vervolgens
automatisch.
Het is mogelijk dat er in geval van een langdurige stilstand
meerdere startpogingen nodig zijn als gevolg van de in de
brandstofleiding aanwezige lucht.
Als de brander niet start, vergrendelt het veiligheidskastje en
gaat het rode storingslampje branden.
Druk op de terugstelknop van het veiligheidskastje van de
brander – er wordt opnieuw gestart.
Neem, indien na meerdere startpogingen de
verwarmingsketel nog steeds niet start,
contact op met uw verwarmingsinstallateur.
__________________________________________ 8 ________________________________________
verwarmingsinstallateur
om
Bedieningspaneel
Manometer
Advertenties
Inhoudsopgave
