5 Buitenunit AMS 10
Bezorging en verwerking
De warmtepomp AMS 10 moet verticaal worden ver-
voerd en opgeslagen.
VOORZICHTIG!
Zorg ervoor dat de warmtepomp niet kan kantelen
tijdens transport.
Installatie
•
Plaats de warmtepomp AMS 10 buiten op een ste-
vige, vlakke ondergrond die bestand is tegen het
gewicht, bij voorkeur een betonnen ondergrond. Als
er betonnen platen worden gebruikt, moeten deze
gelegd zijn op asfalt of grind.
•
De betonnen ondergrond of platen moeten zo
worden geplaatst dat de onderste rand van de ver-
damper op gelijk niveau komt met de gemiddelde
sneeuwdiepte ter plekke, maar niet lager dan 300
mm. De op deze pagina getoonde steunen en be-
vestigingen zijn verkrijgbaar via het hoofdstuk "Ac-
cessoires" in de AMS 10-handleiding.
•
De warmtepomp AMS 10 mag niet naast de muren
van ruimten worden geplaatst waar lawaai een pro-
bleem zou kunnen zijn, bijvoorbeeld naast een slaap-
kamer.
•
Zorg er ook voor dat de plaatsing geen overlast ople-
vert voor de buren.
•
De warmtepomp AMS 10 mag niet dusdanig wor-
den geplaatst dat recirculatie van buitenlucht kan
optreden. Dit zorgt voor een lager vermogen en ge-
ringere efficiëntie.
•
De verdamper moet worden afgeschermd tegen
rechtstreekse wind, aangezien dit een negatieve in-
vloed op de ontdooifunctie heeft. De warmtepomp
AMS 10 moet zo worden geplaatst dat de verdam-
per beschermd is tegen de wind.
•
Door ontdooiing kunnen grote hoeveelheden con-
dens en smeltwater worden geproduceerd. Con-
dens moet worden afgevoerd naar een afvoer (zie
paragraaf "Condenswaterafvoer").
•
Wees bij de installatie voorzichtig, zodat u geen
krassen maakt op de warmtepomp.
Plaats de warmtepomp AMS 10 niet rechtstreeks op
het gazon of een andere onstabiele ondergrond.
NIBE BA-SVM 10-200
Als er een kans is dat er sneeuw van het dak kan
glijden, moet er een beschermend dak of een afdek-
king worden geplaatst om de warmtepomp, inclusief
leidingen en bedrading te beschermen.
Van de straat naar de
beoogde locatie hijsen
Als de ondergrond dit toestaat, is het het eenvoudig-
ste om een palletwagen te gebruiken om de warmte-
pomp AMS 10 naar de opstellocatie te verplaatsen.
VOORZICHTIG!
Door de zwaartekracht helt het product over naar één
kant (zie de gravering op de verpakking).
Als de warmtepomp AMS 10 over een zachte onder-
grond moet worden vervoerd, zoals een gazon, dan
wordt het gebruik van een kraan aangeraden die de unit
naar de opstellocatie kan hijsen. Als de warmtepomp
AMS 10 door een kraan is opgehesen, moet de verpak-
king onbeschadigd zijn en de belasting gelijkelijk over
de zwaaiarm worden verdeeld, zie de bovenstaande
tekening.
Als er geen kraan kan worden gebruikt, kan de warm-
XX mm
300 mm
tepomp AMS 10 worden verplaatst met een extra
lange palletwagen. De warmtepomp AMS 10 moet
worden vastgezet aan de zijkant die is gemarkeerd
met "zware zijde" en er zijn twee mensen nodig om
LEK
de AMS 10 op zijn plek te zetten.
Hoofdstuk 5 |
Buitenunit AMS 10
23