Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Als de standaardbegindruk in het expansievat te laag
is, kan deze worden verhoogd door het te vullen via
de geïnstalleerde klep. De standaardbegindruk van
het expansievat moet worden ingevuld in de check-
lijst op pagina 5.
Veranderingen in de begindruk hebben gevolgen voor
de mate waarin het expansievat de uitzetting van het
verwarmingsmiddel kan opvangen.
Buffervat
De warmtepompinstallatie vereist het juiste volu-
me verwarmingsmiddel (ca. 10 l / kW vermogen van
de warmtepomp) en een minimale, onbelemmerde
doorstroming.
Als de hoeveelheid verwarmingsmiddel in de instal-
latie onvoldoende is, moet er een extra buffervat
worden gebruikt, dat een adequate systeemvolume
garandeert, zie de paragraaf "Minimale inhoud kli-
maatsysteem".
Een onvoldoende doorstroming in het centrale ver-
warmingssysteem veroorzaakt een storing in de
warmtepompinstallatie en dat zou tot aanzienlijke
schade aan het product kunnen leiden.
VOORZICHTIG!
Gebruik om de minimale ongehinderde doorstroming
in het klimaatsysteem te realiseren de juiste hydrau-
lische oplossingen (bijv. aftapklep, open verdeler, pa-
rallelle buffer en/of open verwarmingsgroepen). Denk
eraan altijd de minimaal vereiste doorstroming in het
systeem te handhaven - zie de paragraaf "Minimale
systeemdebiet".
LET OP:
Een expansievat in het warmtapwatersysteem wordt
aanbevolen. Er moet wel een overstortventiel met de
vereiste openingsdruk worden geïnstalleerd.
Minimale inhoud klimaatsysteem
AMS 10
Minimale inhoud klimaatsysteem tijdens
verwarming/koeling
NIBE BA-SVM 10-200

Systeemschema

De BA-SVM 10-200-binnenunit is uitgerust met een
opslagtank met een verwarmingsspiraal, expansie-
vat, veiligheidsgroep, elektrische bijverwarming, wis-
selkleppen, platenwarmtewisselaar, energiemeter,
elektronische circulatiepomp en regelaar. In combina-
tie met de NIBE SPLIT (AMS 10) buitenluchtwarmte-
pomp, vormt hij een compleet klimaatsysteem.
De AMS 10-buitenunit levert thermische energie voor
de verwarming van tapwater, het vermogen voor het
klimaatsysteem, de verwarming van zwembaden en
koeling, met gebruikmaking van de vrije energie die
in de buitenlucht is opgeslagen en efficiënt werkzaam
in het lage temperatuurbereik, tot -20 °C aan toe.
De aansluiting van de buitenunit en de binnenunit
BA-SVM 10-200, met een systeem van leidingen ge-
vuld met koudemiddel, beschermt de aansluiting te-
gen bevriezing in het geval van onderbrekingen in de
stroomlevering aan apparatuur. De werking van het
systeem wordt gecontroleerd via een geavanceerde
regelaar.
Het regelmechanisme van de BA-SVM 10-200 maakt
het gebruik van twee koelsystemen mogelijk:
6
8
12
50l
80l
100l
Koelsysteem met 2 leidingen,
Koelsysteem met 4 leidingen.
LET OP:
De BA-SVM is standaard voorzien van alle tempera-
tuursensoren. In sommige systeemontwerpen moe-
ten de sensoren worden overgezet naar nadere delen
van het systeem. Zie voor de plaats van de sensoren
het betreffende punt bij aansluiten van het systeem.
LET OP:
Als het watervolume van het centrale verwarmings-
systeem door gebruik te maken van een buffervat
toeneemt, moet u het systeemvolume controleren en
eventueel het volume van het bestaande expansievat
vergroten.
Hoofdstuk 4 |
Leidingaansluitingen
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave