ONDERGRONDSE TOEPASSINGEN
Bij het specificeren van producten in dit handboek voor ondergrondse toepassingen moet
u in het systeemontwerp rekening houden met de effecten van de bodemgesteldheid
op ondergrondse systemen om corrosie te voorkomen. Raadpleeg de betreffende
productbrochure(s) voor informatie over de materialen en coatings die beschikbaar zijn voor
de bevestigingsmiddelen bij de montage. De ontwerper van het systeem onderzoekt het effect
van de chemische samenstelling en het pH niveau op de bevestigingsmiddelen bij de montage.
Hij moet nagaan of de gebruikte materialen en coatings weldegelijk corrosiebestendig zijn en
gepast zijn voor het beoogde gebruik. U kunt speciale coatings en/of kathodische bescherming
gebruiken om een lange levensduur van het systeem te waarborgen. Vraag de Victaulic
brochure 26.15 "Gegroefde buissystemen in ondergrondse toepassingen" aan voor bijkomende
informatie.
VOOR ONDERGRONDSE TOEPASSINGEN IS DE SYSTEEMONTWERPER OF ZIJN
VERTEGENWOORDIGER VERANTWOORDELIJK VOOR HET IDENTIFICEREN/SPECIFEREN
VAN HET VOLGENDE:
– Geschikte buiswanddikte voor de toepassing
– Vereisten aan het bevestigingsmateriaal
– Maximaal toegestane werkdruk
– Maximaal toegestane testdruk
– Type aanaardingsmateriaal, modulus en dichtheid
– Afstand tussen het buizensysteem en constructies (maximale afschuifkrachten)
– Effecten van mobiele belastingen op het buizensysteem
– Effecten van de gronddruk op de onrondheid van buizen
De sleufbedding moet worden voorbereid om te garanderen dat de buizen en koppelingshelften
permanent zijn ondersteund. Stabilisatiemateriaal dat zich in het gebied tussen de bedding
en de onderkant van de pijp bevindt, moet worden ingewerkt en verdicht, voordat u verder
gaat met aanaarden. Het stabilisatiemateriaal mag geen luchtbellen bevatten, en het
aanaardmateriaal mag niet verontreinigd zijn met puin of andere vreemde materialen die de buis
zouden kunnen beschadigen of verlies van steun zouden kunnen veroorzaken. De aanaarding
moet consistent gebeuren en voldoen aan de specificaties van de toepassing ter plaatse.
U dient afscherming te voorzien, zodat er geen aggregaat in de groeven naast de tandkragen
van de koppelingshelften kan dringen.
EUROPESE ATEX-RICHTLIJN
Voor toepassingen die aan de Europese ATEX-richtlijn moeten voldoen, geldt de volgende
"KENNISGEVING".
Roestvaststalen koppelingen geïnstalleerd met roestvaststalen buis
en fittingen
Gegalvaniseerde starre koppelingen geïnstalleerd met gegalvaniseerde
en niet-gecoate stalen buis en gegalvaniseerde fittingen
• Bij gebruik in toepassingen waar de atmosfeer mogelijk brandbaar is, moeten de
installatie-instructies van Victaulic producten strikt worden opgevolgd om ervoor te
zorgen dat de koppelingen goed in de pijpgroeven grijpen en dat de koppelingshelften
met volledig metaal-op-metaalcontact worden gemonteerd.
• Het elektrische geleidingsvermogen moet routinematig worden gecontroleerd
(de elektrostatische weerstand mag niet hoger zijn dan 10
over een correct geïnstalleerde verbinding 'buis-naar-buis' of 'buis-naar-fitting').
I-100-DUT_66
KENNISGEVING
Ohm bij meting
6
INSTALLATIE-OVERZICHT REV_F