OPMERKINGEN OVER VICTAULIC FLENSRING EN
OVERGANGSRING VOOR MATEN 14 – 24 INCH/
DN350 – DN600 VAN HET MODEL 741OGS
VIC-FLANGE ADAPTERS
Model 741 Vic-Flange adapters hebben een effen
hard oppervlak nodig aan de tegenflenszijde voor
een afdoende afdichting. Sommige toepassingen
waarvoor het Model 741 anders goed geschikt is,
bieden geen afdoende afdichtoppervlak. In dergelijke
gevallen wordt een standaard metalen Victaulic
flensring tussen het Model 741 en de tegenflens
aangebracht om het benodigde afdichtoppervlak
te voorzien. Bekijk het voorbeeld rechts.
• Het Model 741 is ontworpen voor verbinding met flenzen met een afdichtingsvlakruwheid
conform de vereisten van ASME B16.5, zonder het gebruik van een Victaulic flensring
en tegenflensdichting. Bij het verbinden met geflensde onderdelen waarbij de
afdichtingsvlakruwheid de vereisten van ASME B16.5 overschrijdt, worden een standaard
metalen Victaulic flensring en een aangepaste tegenflensdichting aanbevolen.
• Bij het verbinden van een Model 741 met een Victaulic buisonderdeel met volledige
of gedeeltelijke rubberbekleding (glad of niet), moet een standaard metalen Victaulic
flensring tussen de afsluiter en het Model 741 worden geplaatst.
• Bij het verbinden van een Model 741
met buisonderdelen (afsluiters, filters
etc.), waarbij het flensvlak van het te
verbinden onderdeel een inzetstuk
vertoont, voert u een testpassing uit met
de Victaulic flensdichting om te bepalen
of het boutpatroon van het inzetstuk
overeenkomt met de binnendiameter
van de flensdichting (ID), zoals rechts
afgebeeld. Als het boutpatroon van
het inzetstuk niet overeenkomt met de
binnendiameter van de flensdichting,
zijn een standaard metalen Victaulic
flensring en een aangepaste
tegenflensdichting aanbevolen.
• Bij het verbinden van twee Model 741 Vic-Flange adapters moet de Victaulic flensring tussen
de twee Victaulic flensadapters met versprongen trekboutpunten worden geplaatst.
• Bij het verbinden van een Victaulic Model 341 AWWA Vic-Flange adapter met een Model 741
of W741 in de maten 14 – 24-inch/DN350 – DN600, moet de Victaulic flensovergangsring,
veeleer dan een Victaulic flensring, tussen de twee Victaulic flensadapters met versprongen
trekboutpunten worden geplaatst. Als de AWWA flens geen Victaulic Model 341
(d.w.z. geflensde afsluiter) is, moet een aangepaste tegenflensdichting tegen het niet-Victaulic
geflensde onderdeel worden geplaatst. De standaard metalen Victaulic flensring moet dan
tussen de tegenflensdichting en de Victaulic flensdichting worden geplaatst, zoals afgebeeld
bovenaan deze pagina.
• Als een Victaulic flensoplossing nodig is om onderdelen te verbinden die gemaakt
zijn van verschillende metalen, moet het buissysteem worden nagekeken op de
mogelijkheid van galvanische corrosie. Indien gegrond, moet een boutisolatiekit
worden gebruikt op de geflensde verbinding, samen met een fenoflensring (in plaats
van een standaard metalen Victaulic flensring).
• Raadpleeg steeds de installatie-instructies van de fabrikant an de boutisolatiekit.
Een gekwalificeerd ingenieur of systeemontwerper kijkt op het einde elke oplossing
voor de galvanische bescherming van een buizensysteem na.
INSTALLATIE-INSTRUCTIES FLENSADAPTERS
VOOR GEGROEFDE BUIS REV_F
KENNISGEVING
Victaulic
ensadapter
Victaulic ensdichting
Uitvergroot voor de duidelijkheid
Uitvergroot voor de duidelijkheid
Tegen-
ens
Tegen ensdichting
Victaulic ensring
Flensvlak van te
verbinden onderdeel
met inzetstuk
Victaulic ensdichting
Boutwerk van
inzetstuk blijft binnen
binnendiameter (ID)
van Victaulic
ensdichting
I-100-DUT_217