UITLEG KRITISCHE AFMETINGEN STANDAARD
RONDE GESNEDEN GROEF VOOR SCHEDULE
40 OF SCHEDULE 80 CPVC- EN PVC-BUIS (VERVOLG)
Afmeting "B" – De afmeting "B" of groefbreedte, regelt de uitzetting, krimp en hoekbeweging
van flexibele koppelingen door de afstand waarop ze zich van de buis bevindt en zijn breedte
met betrekking tot de tandbreedte van de koppelingshelft. De onderzijde van de groef moet vrij
zijn van vuil en slijpdeeltjes die de goede montage van de koppeling kunnen verhinderen.
VOOR STANDAARD RONDE GESNEDEN GROEFBREEDTES TOT AUGUSTUS 2016:
• De groefbreedte voor 2 – 3-inch/DN50 – DN80 bedroeg 0.312 inch/7,9 mm.
• De groefbreedte voor 4 – 6-inch/DN100 – DN150 bedroeg was 0.375 inch/9,5 mm.
• De groefbreedte voor 8 inch/DN200 bedroeg 0.437 inch/11,1 mm.
• De groefbreedte voor 10 – 12-inch/DN250 – DN300 bedroeg 0.500 inch/12,7 mm.
• Voortgezet gebruik van oudere groefbreedtes hebben geen invloed op de
verbindingsprestaties van Victaulic gegroefde buiskoppelingen zoals vermeld
in brochures 32.01 en 33.02.
Afmeting "C" – De afmeting "C" is de gemiddelde diameter aan de basis van de groef.
De afmeting moet binnen de diametertolerantie vallen en moet concentrisch zijn met de
buitendiameter voor een goede passing van de koppeling. De diepte van de groef moet uniform
zijn over de volledige omtrek van de buis.
Afmeting "D" – De afmeting "D" is de normale diepte van de groef en vormt enkel een
referentie voor een "testgroef". De verschillen in de buitendiameter van de buis hebben invloed
op deze afmeting en moeten, indien nodig, gewijzigd worden om de afmeting "C" binnen de
tolerantie te houden. De groefdiameter moet overeenstemmen met de hierboven vermelde
afmeting "C".
Afmeting "R" – De afmeting "R" is de vereiste radius aan de onderzijde van de groef
om geconcentreerde spanning te vermijden.
Coatings die zijn aangebracht op de binnenkant van Victaulic-koppelingen met groeven
of gladde uiteinden vermeld in dit handboek mogen niet dikker zijn dan 0.010 inch /
0,25 mm. Dit geldt ook voor de boutsteunvlakken.
De coatingdikte op het afsluitende oppervlak van de dichting en in de groef aan
de buitenkant van de buis mag niet dikker zijn dan 0.010 inch / 0,25 mm. Deze
buiscoatingdikte beïnvloedt de rolgroefspecificaties vermeld op de volgende pagina's.
Er moeten voorzieningen worden getroffen voor het volgende:
• Buitendiameter buis, dichtingzitting "A", groefdiameter "C", minimaal toegestane
wanddikte "T" en maximaal toegestane verwijddingsdiameter "F" wordt VERGROOT
met 0.020 inch/0,50 mm.
• Groefbreedte "B" wordt VERKLEIND met 0.020 inch/0,50 mm.
Voor buis met snijgroef brengt u GEEN coatings aan op de dichtingzitting "A"
of groefbreedte "B" vlakken van de buisbuitenzijde.
BUISVOORBEREIDING
EN GROEFSPECIFICATIES REV_F
KENNISGEVING
KENNISGEVING
I-100-DUT_23