Herinstallatie van een nr. 102 of 104 fitting die volledig gedemonteerd werd
tijdens het verwijderen uit het buizensysteem
• Nr. 102 en 104 fittingen hoeven voor verwijdering NIET volledig te worden
gedemonteerd. Als een fitting evenwel volledig wordt gedemonteerd tijdens onderhoud
of voor een andere reden, moeten de volgende stappen worden voltooid.
• De fitting moet opnieuw worden gemonteerd, zoals getoond in de onderstaande stappen,
voordat u het product opnieuw probeert te installeren.
1. Controleer de uiteinden van de te verbinden uiteinden zoals beschreven in stap 2
op pagina 130.
• Er moet een dunne laag compatibel smeermiddel worden gebruikt om te voorkomen
dat de dichting tijdens de herinstallatie klemt, draait of scheurt.
• NIET te veel smeermiddel gebruiken op de afdichtingslippen en buitenkant.
Nalaten een compatibel smeermiddel te gebruiken, kan leiden tot beschadiging
van de dichting, met als gevolg lekkage van de koppeling en materiële schade.
6. Volg alle stappen in het hoofdstuk van de betreffende installatiemethode om de montage
te voltooien.
INSTALLATIE-INSTRUCTIES INSTALLATION-READY
FITTINGEN VOOR TE VERBINDEN ONDERDELEN
MET GEGROEFDE UITEINDEN REV_F
KENNISGEVING
2a. CONTROLEER OF DE DICHTING MET JUISTE
MAAT WORDT GEBRUIKT VOOR HERINSTALLATIE.
Buitengedeelte
van buitenste
afdichtingslippen
2b. VOOR HERINSTALLATIE VAN NR. 102 EN 104
smeren
FITTINGEN SMEERT U DE DICHTING: Breng een dunne
laag compatibel smeermiddel aan op de afdichtingslippen
van de dichting en op de buitenzijde achter de
afdichtingslippen, zoals hier links afgebeeld. Raadpleeg
Afdichtingslip
de tabel "Compatibele smeermiddelen voor dichtingen"
pen smeren
op pagina 34.
3. DE DICHTING IN DE EERSTE FITTINGHELFT
INSTALLEREN: Installeer de dichting in een van de
koppelingshelften. Zorg dat de uiteinden van de dichting
in de zittingen van de koppelingshelften grijpen, zoals links
afgebeeld.
4. TWEEDE FITTINGBEHUIZING INSTALLEREN:
Installeer de tweede fittingbehuizing. Zorg dat de uiteinden
van de dichting in de zittingen van de koppelingshelften
grijpen.
5. BOUTEN EN MOEREN INSTALLEREN: Installeer de
bouten en draai een moer op elke bout. OPMERKING:
Zorg dat de ovale nek van elke bout correct in het boutgat
valt. Haal de moer NIET te hard aan. De boutsteunvlakken
moeten op een zekere afstand komen voor herinstallatie
van de fitting. De afstand is voldoende groot, wanneer
er twee of drie volledige boutdraden zichtbaar zijn boven
elke moer.
OPGELET
™
I-100-DUT_141