De beeldgegevens zijn van het MPEG 2
formaat, één van de wereldwijde normen
inzake digitale compressietechnologie. De
beeldgegevens worden gecomprimeerd tot
ongeveer 1/40e (gemiddeld) van de
oorspronkelijke grootte. De DVD maakt ook
gebruik van variabele codeertechnologie die
de toe te kennen gegevens aanpast volgens de
beeldstatus. Audio-informatie is opgenomen
met een multi-kanaalssysteem, zoals Dolby
Digital, zodat de geluidsweergave
levensechter is.
Een DVD biedt ook tal van geavanceerde
mogelijkheden zoals meervoudige hoeken,
meervoudige talen en kinderbeveiliging.
DVD-RW (pagina 6)
Een DVD-RW is een opneembare en
herschrijfbare disc van hetzelfde formaat als
een DVD VIDEO. Een DVD-RW kan
worden opgenomen in twee verschillende
standen: VR-stand en Video-stand. Een
DVD-RW die is opgenomen in de Video-
stand, heeft hetzelfde formaat als een DVD
VIDEO, terwijl de inhoud van een disc die is
opgenomen in de VR-stand (Video
Recording) kan worden geprogrammeerd en
bewerkt.
DVD+RW (pagina 6)
Een DVD+RW (plus RW) is een opneembare
en herschrijfbare disc. Het formaat dat voor
DVD+RW wordt gebruikt, is vergelijkbaar
met het DVD VIDEO formaat.
Filmsoftware, videosoftware (pagina 71)
DVD's kunnen film- of videosoftware
bevatten. DVD's met filmsoftware bevatten
hetzelfde aantal beelden (24 frames per
seconde) als in bioscopen wordt gebruikt.
DVD's met videosoftware, zoals drama of
comedies op de televisie, bevatten 30 frames/
60 velden (25 frames/50 velden) per seconde.
Hoofdstuk (pagina 10)
Delen van een beeld of een muziekstuk die
korter zijn dan titels. Een titel bestaat uit
verscheidene hoofdstukken. Sommige discs
bevatten geen hoofdstukken.
86
Index (CD)/Video Index (VIDEO CD)
(pagina 10)
Een getal waarmee een track wordt
opgesplitst zodat u makkelijk een bepaald
punt op een CD of VIDEO CD kunt vinden.
Sommige discs bevatten geen index.
Interlace-formaat (pagina 71)
Met het interlace-formaat worden de regels
van een beeld om en om weergegeven als
afzonderlijke "velden". Dit is de
standaardmethode voor het weergeven van
beelden op de televisie. De velden met een
even nummer geven de even regels van een
beeld weer en de oneven velden geven de
oneven regels van een beeld weer.
MPEG audio (pagina 25, 78)
Internationaal codeersysteem voor het
comprimeren van digitale audiosignalen
goedgekeurd door ISO/IEC. MPEG 1 is
compatibel met maximum 2-kanaals stereo.
MPEG 2, dat met DVD's wordt gebruikt, is
compatibel met 7.1-kanaals surround.
Progressief formaat (pagina 71)
In tegenstelling tot het interlace-formaat
waarbij de regels van een beeld (veld) om en
om worden weergegeven om één frame te
maken, wordt in het progressieve formaat het
volledige beeld als een afzonderlijk frame
weergegeven. Dit houdt in dat in het
interlace-formaat 25 of 30 frames (50-60
velden) per seconde kunnen worden
weergegeven, terwijl er in het progressieve
formaat 50-60 frames per seconde kunnen
worden weergegeven. De algehele
beeldkwaliteit wordt verbeterd en stilstaande
beelden, tekst en horizontale lijnen worden
scherper weergegeven. Deze speler is
compatibel met het 525/625 progressieve
formaat.
Scène (pagina 10)
Op een VIDEO CD met PBC-functies zijn de
menuschermen, bewegende beelden en
stilstaande beelden opgesplitst in "scènes".