14
Druk op X/x om het soort Dolby
Digital signaal te kiezen dat u naar
uw versterker (receiver) wilt
sturen.
Kies het signaal dat past bij de
audioverbinding die u op pagina's 23 tot
25 hebt gekozen (
AUDIO INSTELLING
AUDIO VERZWAKKER:
AUDIO DRC:
AUDIOFILTER.:
DOWN MIX:
DIGITALE UITGANG:
DOLBY DIGITAL:
MPEG:
DTS:
48kHz/96kHz PCM:
B-2
C-2
• D-PCM (pagina 78)
D-2
• DOLBY DIGITAL (alleen indien de
versterker (receiver) is uitgerust met
een Dolby Digital decoder) (pagina 78)
15
Druk op ENTER.
"DTS" is gekozen.
AUDIO INSTELLING
AUDIO VERZWAKKER:
AUDIO DRC:
AUDIOFILTER.:
DOWN MIX:
DIGITALE UITGANG:
DOLBY DIGITAL:
MPEG:
DTS:
48kHz/96kHz PCM:
16
Druk op X/x om het soort DTS-
signaal te kiezen dat u naar uw
versterker (receiver) wilt sturen.
Kies het item dat past bij de
audioverbinding die u op pagina's 23 tot
25 hebt gekozen (
B-2
C-2
• D-PCM (pagina 78)
D-2
• DTS (pagina 78) (alleen indien de
versterker (receiver) is uitgerust met
een DTS decoder)
tot
).
B
D
UIT
STANDAARD
SHARP
DOLBY SURROUND
AAN
D-PCM
D-PCM
DOLBY DIGITAL
48kHz/16bit
UIT
STANDAARD
SHARP
DOLBY SURROUND
AAN
D-PCM
PCM
D-PCM
D-PCM
DTS
tot
).
B
D
17
Druk op ENTER.
Wanneer "DIGITAL OUTPUT" is
gekozen in stap qa
• Snel Instelling is voltooid en alle
aansluitingen zijn verricht.
• Indien uw AV-versterker (receiver) is
uitgerust met een MPEG audio decoder,
moet u "MPEG" op "MPEG" zetten
(pagina 78).
Wanneer "DIGITAL & 5.1CH OUTPUT"
is gekozen in stap qa
• Het instelscherm voor
"LUIDSPREKER" verschijnt.
18
Druk op X/x om het formaat van
de middenluidspreker te kiezen.
Kies "GEEN" wanneer geen
middenluidspreker is aangesloten
(pagina 79).
LUIDSPREKER
GROOTTE:
AFSTAND:
BALANS:
NIVEAU:
TEST TOON:
VOOR:
MIDDEN:
ACHTER:
SUBWOOFER:
19
Druk op ENTER.
"ACHTER" is gekozen.
LUIDSPREKER
GROOTTE:
AFSTAND:
BALANS:
NIVEAU:
TEST TOON:
VOOR:
MIDDEN:
ACHTER:
SUBWOOFER:
20
Druk op X/x om het formaat van
de achterluidsprekers te kiezen.
Kies "GEEN" wanneer geen
achterluidspreker is aangesloten.
"OPZIJ" en "ACHTER" duidt op de
luidsprekerpositie ten opzichte van uw
luisterpositie (pagina 79).
UIT
GROOT
GEEN
GROOT
KLEIN
GEEN
UIT
GROOT
GROOT
GROOT(ACHTER)
GROOT(ACHTER)
GROOT(OPZIJ)
,wordt vervolgd
29