De printerinstellingen wijzigen
5 Linkermarge
Hiermee stelt u de linkermarge in.
Mogelijke instellingen: [Papierformaat gebruiken], [Kolommen]
6 Rechtermarge
Hiermee stelt u de rechtermarge in.
Mogelijke instellingen: [Papierformaat gebruiken], [Kolommen]
7 Standaardpitch
Hiermee stelt u de tekenbreedte in.
Mogelijke instellingen: [10 tekens/inch], [12 tekens/inch], [15 tekens/inch], [Proportioneel]
8 CR-LF modus
Deze parameter bepaalt hoe de printer reageert bij ontvangst van de opdrachten LF en CR (ASCII-tekens
10 en 13).
Mogelijke instellingen: [LF=LF CR=CR], [LF=CR+LF CR=CR+LF]
3
73