x
Opmerkingen
• Als u een film opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie en diafragmawaarde
niet wijzigen.
• In de filmstand zorgt [IMAGE STABILIZER] voor elektronische stabilisatie. Als u deze functie
gebruikt, wordt het opgenomen beeld een beetje vergroot. Bovendien werkt [I.S.1] ongeacht
de instellingen voor [I.S.1], [I.S.2] en [I.S.3].
• Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is.
• Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie
van de lens of van de camera uit.
• U kunt [g FACE DETECT] niet gebruiken in de filmstand.
• Bij bepaalde soorten media kunt u niet tot het einde van de beschikbare tijd opnemen en wordt
de opname automatisch tijdens de werking geannuleerd. De grootte van een bestand is
bovendien beperkt tot 2 GB.
• Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt om de
camera te beschermen.
• U kunt geen bijkomende opnamen maken terwijl de indicatie-LED Dataverkeer knippert aan het
einde van een opname.
• Bij bepaalde kunstfilters is de functie [C-AF] beperkt.
• Om films op te nemen is het aan te bevelen een kaartje te gebruiken dat compatibel is met
SD speed class 6.
De instellingen voor filmopnamen wijzigen
Effecten toevoegen aan een film
Live control
Menu
• Selecteer met behulp van
de knop i.
[P]
Optimale diafragmawaarde wordt
automatisch ingesteld overeenkomstig
de helderheid van het onderwerp.
[A]
Weergave van de achtergrond wordt
gewijzigd door de instelling van het
diafragma. Verdraai de subregelaar
om het diafragma in te stellen.
[
]~[
]
De film wordt opgenomen met
ART1
ART6
de karakteristieken van de
kunstfilterstand.
g
i
j
[MOVIE AE MODE]
MENU [X] [MOVIE AE MODE]
fg
, en druk daarna op
"Kunstfilter / motiefprogramma instellen" (Blz. 5)
MOVIE AE MODE
MOVIE AE MODE
MOVIE+STILL
P
A
j
Y
/
IMAGE STABILIZER
ART1
MULTIPLE EXPOSURE
ART2
ART3
BACK
SET
6
P
OFF
o
OFF
OFF
79
NL