Indicatie op
de monitor
De interne temperatuur van de
m
camera is toegenomen ten
gevolge van repeterende
opnamen.
Interne
cameratemperatuur
is te hoog.
Wacht even totdat
de camera is
afgekoeld, voordat
u deze gebruikt.
De batterij is uitgeput.
BATTERY EMPTY
De camera is niet op de juiste
wijze op de computer of printer
aangesloten.
NO CONNECTION
De papiervoorraad van
de printer is op.
NO PAPER
De inktvoorraad van
de printer is op.
NO INK
Het papier in de printer
is vastgelopen.
JAMMED
De papiercassette van de printer
SETTINGS
is verwijderd of de printer werd
CHANGED
bediend, terwijl de instellingen op
de camera gemaakt werden.
Er heeft zich een probleem met
de printer en/of de camera
voorgedaan.
PRINT ERROR
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
CANNOT PRINT
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Schakel de camera uit en wacht tot
de interne temperatuur gedaald is.
Wacht even totdat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld. Laat de interne
temperatuur van de camera afkoelen,
voordat u de camera weer in gebruik
neemt.
Laad de batterij op.
Koppel de camera los en sluit hem
opnieuw, maar nu goed, aan.
Leg een nieuwe voorraad papier in
de printer.
Vervang de inktcassette in de printer.
Haal het papier dat de printer blokkeert
uit de printer.
Bedien de printer niet, terwijl u instellingen
op de camera maakt.
Schakel camera en printer uit. Controleer
de printer en hef eventuele storingen op
voordat u beide apparaten weer inschakelt.
Gebruik een computer om de foto's
te printen.
12
127
NL