Regelen van de flitssterkte
U kunt de flitssterkte instellen tussen +3 en -3.
Bij sommige situaties krijgt u betere resultaten als u de "flitssterkte" aanpast, bijv. bij het
fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt u het
contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen) waardoor uw foto's
levendiger worden.
Superbedieningspaneel
Menu
x
Opmerkingen
• Dit werkt niet als de externe flitser is ingesteld
op MANUAL.
• Als u de flitssterkte op de externe flitser hebt ingesteld,
wordt dit gecombineerd met de flitssterkte-instelling van
de camera.
• Als u [w+F] hebt ingesteld op [ON],
wordt de flitssterktewaarde opgeteld
bij de belichtingscorrectiewaarde.
g"w+F" (Blz. 107)
Flitser-bracketing
De camera maakt verschillende opnamen en wijzigt telkens de hoeveelheid licht van de flitser.
De camera maakt 3 foto's met de volgende hoeveelheid licht: optimaal licht, licht aangepast in
de richting - en licht aangepast in de richting +.
Menu
• De correctiewaarde wijzigt overeenkomstig de EV-stap.
g"EV STEP" (Blz. 105)
• Bij enkelbeeldopnamen wijzigt de hoeveelheid licht van
de flitser telkens wanneer u op de ontspanknop drukt.
• Bij repeterende opnamen houdt u de ontspanknop
ingedrukt tot het geselecteerde aantal foto's is genomen.
• Zodra u de ontspanknop loslaat, stopt het fotograferen met
flitser-bracketing. Als het fotograferen stopt, is 0 op de
LCD-monitor groen.
i INFO
k
: [w]
MENU [c] [W] [w]
MENU [c] [V] [BRACKETING] [FL BKT]
MENU-knop
INFO-knop
i-knop
FLASH MODE
X-SYNC.
SLOW LIMIT
0 0
BACK
SET
BRACKETING
FL BKT
OFF
AE BKT
3F 0.3EV
WB BKT
3F 0.7EV
FL BKT
3F 1.0EV
ISO BKT
BACK
SET
j
j
5
+3
+2
S1/C2/M1
+1
0
-1
-2
-3
77
NL