14
LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN
g
Let op!!
De in dit hoofdstuk beschreven
onderwerpen gelden per ketelmodule.
14.1 Algemeen
Controleer bij het niet in bedrijf komen van de ketelmo-
dule het volgende:
- Is de voedingsspanning 230 V aanwezig
- Is er warmtevraag
- Is de ketelregeling (parameter A) goed ingesteld (zie
par.13.1.3).
Indien bovenstaande punten geverifieerd zijn en de
ketelmodule komt niet in bedrijf, dan betreft het een sto-
ringsmelding.
Bij een storingsmelding knippert zowel het code-ven-
ster als het t-venster. Uitzondering hierop is storing
F03 (knippert niet).
g
Let op!!
Belangrijk:
Noteer alvorens te resetten de storingscode nauwkeu-
rig (cijfers, inclusief knipperen en punten) en geef deze
altijd door bij vraag om ondersteuning. De storingscode
is belangrijk voor het correct en snel opsporen van de
aard van de storing. Zie voor een verklaring van de
verschillende storingscodes en de eventuele oorzaken
storingstabel 22.
i Naast storingscodes (vergrendelingen) bestaan
ook blokkeringscodes (zie par. 12.4). In dit geval
knipperen alleen de twee punten in het t-venster en
verschijnt in het code-venster een b. Een blokkerings
code kan duiden op een installatietechnisch probleem of
een verkeerde instelling.
14.2 Storingsmode (1 [[) (service niveau)
De laatst opgetreden storing van de ketelmodule en
de daarbij behorende bedrijfscodes en heersende tem-
peraturen worden opgeslagen in het geheugen van de
microprocessor en kunnen in de storingsmode als volgt
uitgelezen worden:
- Stel de servicecode c 12 in (zie par. 13.2).
- Druk de m- toets in totdat op het code-venster 1 ver-
schijnt (cijfer knippert).
- Kies nu met de s- toets de gewenste stap.
Code
t
Omschrijving
1
37
Storingscode (zie tabel 22)
2
03
Bedrijfscode bij storingsingreep (par.12.1)
3
53
Aanvoertemperatuur bij storingsingreep
4
40
Retourtemperatuur bij storingsingreep
5
58
Rookgastemperatuur bij storingsingreep
6
63
Ketelbloktemperatuur
7 +
00
Tijd vanaf storing (alleen met PC software)
8
9
18
Ionisatieniveau (analoog)
a
11
Branduren (honderdduizend- en tienduizendtal-
len)
b
80
Branduren (duizend- en honderdtallen)
c
26
Branduren (tientallen en eenheden)
26
Toerental ventilator bij storing (duizend- en hon-
d
derdtallen)
e
67
Toerental ventilator bij storing (tientallen en een-
heden)
tabel 21 Storingsmode op serviceniveau
In bovenstaand voorbeeld:
De retourtemperatuursensor van de ketelmodule is
defect geraakt (= storingscode 37), tijdens branden
(= bedrijfscode 03) bij een aanvoertemperatuur van
53°, een retourtemperatuur van 40° en een rookgas-
temperatuur van 58°.
De ketelbloktemperatuur was 63 °, het ionisatieniveau
lag op 1,8 uA, de ketelmodule had 118026 branduren en
een toerental van 2667 tpm.
De verstreken tijd vanaf de storing is alleen met PC of
laptop uit te lezen.
14.3 Afkoelingsmode
Deze mode maakt het mogelijk efficiënter onderhoud te
verrichten aan de brander en/of warmtewisselaar. De
ventilator draait tijdens deze mode, gedurende 2 minu-
ten, op maximaal toerental, waardoor de ketelmodule
versneld wordt afgekoeld. Tijdens deze mode wordt niet
gereageerd op warmtevraag.
g
Let op!!
De mode kan alleen geactiveerd
worden als de ketelmodule geen warmtevraag heeft.
Met code c l wordt aangegeven dat de mode aktief
is ( c l van cooling).
van de s- en [+]-toets (tijdens normale bedrijfstoe-
De mode wordt geactiveerd door het tegelijk indrukken
stand en geen warmtevraag).
De mode kan voortijdig beëindigd worden door het tege-
lijk indrukken van de [+] en [-] toets.
14.4 Overzicht storingen per ketelmodule (vergren-
delingen)
Let bij onderstaande storingen op eventuele punten tus-
sen de getallen in ()0 = 100, )1 = 101 en )2 =
102, zie ook par. 11.3).
41