8.9.3 Minimum gasdrukschakelaar (geschikt voor
gasvoordrukken tot 30 mbar)
De minimum gasdrukschakelaar zorgt ervoor dat
de ketelmodule op blokkering gaat (blokkeringcode
b @^) bij het bereiken van een te lage gasvoor-
druk. De minimum gasdrukschakelaar dient te worden
aangesloten op de 3-pins contrastekker X21 bij de 24
Volt-klemmenstrook. Bij gebruik moet eerst de draad-
brugconnector verwijderd worden. De aansluiting wordt
automatisch door de ketelbesturing herkend.
8.9.4 Smoorklep
Bij een cascadeopstelling, zorgt een smoorklep ervoor
dat, een niet in bedrijfszijnde ketelmodule, hydraulisch is
afgekoppeld. Als de smoorklep helemaal open is, wordt
het ketelvrijgavecontact gesloten.
De smoorklep dient te worden aangesloten op de klem-
men X27-11, X27-12 en X27-13 van de 230 Volt-klem-
menstrook.
De eindschakelaar van de smoorklep dient op de vrijga-
ve ingang op klemmen X29-3 en X29-4 van de 24 Volt-
klemmenstrook te worden aangesloten (eerst draadbrug
verwijderen).
Na het uit bedrijf gaan van de ketelmodule, blijft de
smoorklep open staan gedurende de op de besturings-
automaat ingestelde nadraaitijd van de pomp (dit geldt
ook wanneer er geen pomp op de besturingsautomaat
aangesloten is). Zie afb. 15, par. 8.10.1 en par. 13.1.2..
8.10 Overige aansluitingen
8.10.1 Circulatiepomp
Iedere module van de Remeha Gas 610 ECO is voor-
zien van een aan/uit-pompschakeling, waarmee een
externe circulatiepomp aangesloten kan worden van 230
Volt (50Hz) / 2 Ampère. Deze pomp wordt om de 24 uur
even ingeschakeld om vastzitten te voorkomen (24-uurs
pompbedrijf).
De aan/uit pomp dient te worden aangesloten op de
aansluitklemmen X27-8, X27-9 en X27-10 van de 230
Volt-klemmenstrook.
Door een programmakeuze op het gebruikersniveau kan
naar wens de nadraaitijd van de circulatiepomp na einde
warmtevraag ingesteld worden (zie par.13.1.2).
g
Let op!!
fase / nulgevoelig!
Contactbelasting aansluitklemmen X27-9 en X27-10:
Spanning
Maximale stroom
De waterzijdige weerstand bij een dT van 20° voor de
verschillende vermogensvarianten van de Remeha Gas
610 ECO is te vinden in tabel 02, par. 4.2
: 230 Volt
: 2 Ampère.
8.10.2 Vorstbeveiliging
De ketel moet in een vorstvrije ruimte worden opgesteld
i.v.m. mogelijke bevriezing van de condensafvoerleiding.
Als het cv-water te ver in temperatuur daalt, treedt de
ingebouwde ketelbeveiliging in werking.
Als de aanvoerwatertemperatuur:
- lager is dan 7°, dan wordt de, op de ketel aangeslo-
ten, externe circulatiepomp door de besturingsauto-
maat ingeschakeld;
- lager is dan 3°, dan wordt de ketel met minimaal ver-
mogen ingeschakeld;
- hoger wordt dan 10°, dan worden ketel en circula-
tiepomp weer uitgeschakeld. De pomp heeft nu een
vaste nadraaitijd van 15 minuten.
g
Let op!!
Dit is dus alleen een beveiliging voor
de ketel. Een eventuele vorstthermostaat
(minimaalthermostaat) kan aangesloten worden op
klemmen X29-9 en X29-10 van de
24 Volt-klemmenstrook.
27