Inhoudsopgave
Advertenties
5 AANSLUITING VAN DE BATTERIJLADER
De batterijconnector bevindt zich onder de bestuurdersplaats. Het onderste deel (1),
dat aangesloten is op de batterijen, moet losgekoppeld worden van de connector van
de machine (2) en moet voor het opladen in de connector van de batterijlader geplaatst
worden. De connector voor de koppeling wordt geleverd in een zakje dat deze
handleiding bevat, en moet volgens de aanwijzingen op de kabels van de batterijlader
gemonteerd worden (raadpleeg de handleiding van de batterijlader).
AANDACHT! Deze werkzaamheid moet door gekwalificeerd
personeel uitgevoerd worden. Een foute of slecht
uitgevoerde aansluiting van de kabels op de connector kan
ernstig verwondingen aan personen of schade aan
voorwerpen veroorzaken.
6 HET OPLADEN VAN DE BATTERIJEN
Om de batterijen niet permanent te beschadigen is het noodzakelijk om te voorkomen
dat de batterijen helemaal leeglopen; voer dus het opladen uit binnen enkele minuten
nadat het knipperend signaal voor lege batterijen in werking is getreden.
OPMERKINGEN: Laat de batterijen nooit helemaal leegstaan, ook niet wanneer de
machine niet gebruikt wordt. Elke 10 ladingen moet het elektrolytpeil gecontroleerd
worden, en moet eventueel gedestilleerd water toegevoegd worden.
AANDACHT! Tijdens het opladen moet de zitplaats
opgeheven gehouden worden en geblokkeerd worden met
de daarvoor bestemde stut. Controleer of de batterijlader
geschikt is voor de geïnstalleerde batterijen, zowel voor de
capaciteit als voor het type (lood/zuur of GEL en
gelijkwaardig). Laadt nooit een GEL batterij op met een
ongeschikte batterijlader. Volg nauwgezet de aanwijzingen
die bijgevoegd worden door de fabrikant van de batterijen en
van de batterijlader.
Gevaar op brand: houd vrije vlammen ver van het
toestel.
Gevaar op emissie van gas en lekken van corrosieve
vloeistoffen
VOORBEREIDING VAN DE MACHINE
13
2
1
Advertenties
Inhoudsopgave
