3 HET PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN IN DE MACHINE
De batterijen moeten in de daarvoor bestemde ruimte geplaatst worden, onder het
afvalreservoir, en moeten verplaatst worden met behulp van hefmiddelen die gepast
zijn voor het gewicht en voor het koppelingssysteem. Ze moeten bovendien voldoen
aan de vereisten van de Norm CEI 21-5. De afmetingen van de batterijruimte zijn: 375
x 840 x H365 mm.
Om de batterijen dagelijks op te laden en voor het onderhoud
moeten de aanwijzingen van de fabrikant of van de verkoper
nauwgezet uitgevoerd worden. Alle werkzaamheden voor
installatie en onderhoud moeten door gespecialiseerd
personeel uitgevoerd worden.
Om de batterijen in te brengen is het volgende nodig:
1. Blokkeer de machine door de remhendel in te schakelen
2. Controleer of het afvalreservoir leeg is
3. Hef de zit op tot de veiligheidsblokkering wordt ingeschakeld
4. Hef het afvalreservoir op tot de veiligheidsblokkering wordt ingeschakeld
5. Plaats de batterijen
AANDACHT: Er wordt aangeraden om de batterijen
alleen te heffen en te verplaatsen
vervoermiddelen die geschikt zijn voor de massa en
het gewicht ervan
AANDACHT:
beschermende handschoenen te dragen om ernstige
verwondingen aan de handen te voorkomen.
4 AANSLUITING VAN DE BATTERIJCONNECTOR
De batterijconnector (1) bevindt zich onder de zitplaats van de bediener (2), en moet
aangesloten worden op de connector van de machine.
VOORBEREIDING VAN DE MACHINE
Er
wordt
aangeraden
12
met hijs- en
om
altijd
2
1