Eerst informeren
Eerste inbedrijfstelling
Opmerking
In deze bedieningshandleiding worden ook de functies
beschreven die slechts bij enkele types warmtepom-
pen of alleen met accessoires mogelijk zijn. Deze func-
ties zijn niet apart aangeduid.
Bij vragen over de functionaliteit en de accessoires
van uw warmtepomp en uw verwarmingsinstallatie
wendt u zich tot uw verwarmingsfirma.
Uw installatie is vooraf ingesteld
Uw warmtepomp is af fabriek vooringesteld en dus
klaar voor gebruik:
Kamerverwarming/kamerkoeling
Uw kamers worden van 06:00 tot 22.00 uur tot
■
20 °C "Gew. kamertemp." verwarmd (normale
kamertemperatuur).
■
Als een aparte buffer aanwezig is, wordt deze buffer
verwarmd.
Warmwaterbereiding
Het warm water wordt alle dagen van 05:30 tot
■
22.00 uur op 50 °C " Gewenste warmwatertempe-
ratuur" verwarmd.
■
Een eventueel aanwezige circulatiepomp is uitge-
schakeld.
De in de binnenunit ingebouwde verwarmingswater-
■
doorstromer kan indien nodig voor de tapwaterop-
warming worden ingeschakeld.
Vorstbescherming
De vorstbescherming van uw warmtepomp, de
■
warmwaterboiler en een eventueel voorhanden
aparte buffer is gegarandeerd.
Opmerking
Bij buitentemperaturen onder
ring aan de warmtepomp wordt enkel het in de bin-
nenunit ingebouwde verwarmingswater-doorstroom-
toestel voor de vorstbescherming van de installatie
ingeschakeld.
Tips voor het besparen van energie
Energie besparen bij kamerverwarming
Stook uw kamers niet te warm. Iedere graad kamer-
■
temperatuur minder betekent een besparing van
maximaal 6 % op de stookkosten.
Stel uw normale kamertemperatuur ("Gew. kamer-
temp.") niet hogen in dan 20 °C: zie pagina 29.
Verwarm uw ruimtes 's nachts of bij regelmatige
■
afwezigheid met de gereduceerde kamertemperatuur
(niet zinvol voor vloerverwarming). Stel hiervoor het
tijdprogramma voor de kamerverwarming in ("Tijd-
programma"): zie pagina 30.
16
(vervolg)
20 °C en bij een sto-
–
Winter-/zomertijdomschakeling
■
De omschakeling vindt automatisch plaats.
Datum en tijd
Datum en tijd zijn door uw verwarmingsfirma inge-
■
steld.
U kunt de instellingen op elk ogenblik aan uw persoon-
lijke wensen aanpassen.
Stroomuitval
Bij stroomuitval blijven alle instellingen behouden.
■
Stel de stooklijnen zo in dat uw kamers het hele jaar
door tot uw comforttemperatuur verwarmd worden:
zie pagina 31.
■
Om onnodige functies uit te schakelen (bijv. kamer-
verwarming in de zomer), stelt u het werkingspro-
gramma "Uitschakelwerking" voor de betreffende
verwarmingscircuits in: zie pagina 29.
Als u op reis gaat, stelt u het "Vakantieprogramma"
■
in: zie pagina 34.
Gedurende uw afwezigheid wordt de kamertempera-
tuur gereduceerd en de warmwaterbereiding uitge-
schakeld.