FQM 05.1 – FQM 12.1 / FQMEx 05.1 – FQMEx 12.1
6.2.1.
Eindaanslag DICHT instellen
6.2.2.
Eindaanslag OPEN instellen
1.
Afsluiter in de tussenstand resp. op voldoende afstand van de eindstand
bewegen.
2.
Afsluitstop naast symbool
3.
Instelbout tegen de wijzers van de klok in tot maat T
4.
Afsluiter in eindstand DICHT bewegen, zodat de afsluiter veilig gesloten is.
Informatie : bij bediening tijdens motorbedrijf: beweging op tijd voor eindaanslag
onderbreken en laatste stuk in de handmatige bediening afleggen om schade
te voorkomen.
5.
Instelbout met de wijzers van de klok mee (rechtsom) draaien tot de
eindstandschakelaar
bereikt.
Melding FQM eindst. DICHT; resp. LED
brandt.
6.
Instelling controleren: afsluiter via de aandrijving in het motorbedrijf een stuk
terug in de richting OPEN draaien. Vervolgens weer tot in de eindstand in
richting DICHT zetten.
De eindaanslag DICHT is juist ingesteld als de eindstandschakelaar
aangeeft dat de FQM de eindstand DICHT heeft bereikt: melding FQM eindst.
DICHT; resp. LED
7.
O-ring in afsluitstop controleren, indien beschadigd vervangen.
8.
Afsluitstop naast symbool
1.
Afsluiter in de tussenstand resp. op voldoende afstand van de eindstand
bewegen.
2.
Afsluitstop naast symbool
3.
Instelbout tegen de wijzers van de klok in tot maat T
4.
Afsluiter in de eindstand OPEN brengen.
Informatie : bij bediening tijdens motorbedrijf: beweging op tijd voor eindaanslag
onderbreken en laatste stuk in de handmatige bediening afleggen om schade
te voorkomen.
5.
Instelbout met de wijzers van de klok mee (rechtsom) draaien tot de
eindstandschakelaar
bereikt.
Melding FQM eindst. OPEN; resp. LED
brandt.
6.
Instelling controleren: afsluiter via de aandrijving in het motorbedrijf een stuk
terug in de richting DICHT draaien. Vervolgens weer tot in de eindstand in
richting OPEN zetten.
De eindaanslag OPEN is juist ingesteld als de eindstandschakelaar
aangeeft dat de FQM de eindstand OPEN heeft bereikt: melding FQM eindst.
OPEN; resp. LED
7.
O-ring in afdichtstop controleren, indien beschadigd vervangen.
8.
Afsluitstop naast symbool
verwijderen.
LSC
aangeeft dat de FQM de eindstand DICHT heeft
op de lokale bedieningseenheid
brandt.
erin draaien en vastdraaien.
verwijderen.
aangeeft dat de FQM de eindstand OPEN heeft
LSO
op de lokale bedieningseenheid
op de lokale bedieningseenheid brandt.
erin draaien en vastdraaien.
Inbedrijfstelling
eruit draaien.
min
LSC
eruit draaien.
min
LSO
27