Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
6.2.
Eindaanslagen in de fail-safe-eenheid
26
Afbeelding 21: Eindaanslagen FQM
[1/3] Afsluitstoppen
[2/4] Instelbouten voor eindaanslagen
naast symbool
naast symbool
Tabel 12:
1)
Maat T in [mm]
T (bij 90°)
T
min.
1)
ΔT = 1 mm ≈ 1,0° (een slag van de instelbout ≈ 1,5°)
De eindaanslagen in de FQM begrenzen de hoekverdraaiing. Zij dienen als
wegschakelaar en beschermen de afsluiter bij een fail-safe-beweging.
In de AUMA zwenkaandrijving zijn bij de combinatie met een FQM geen
eindaanslagen aanwezig. De hoekverdraaiing wordt uitsluitend begrensd via de
eindaanslagen in de fail-safe-eenheid.
De in de fabriek ingestelde hoekverdraaiing is op het typeplaatje van de
fail-safe-eenheid aangegeven:
Afbeelding 22: Typeplaatje (voorbeeld)
Niet-afgeschermde, draaiende onderdelen (kleppen/kranen) op de afsluiter!
Knellingen en beschadigingen door afsluiter resp. aandrijving.
Eindaanslagen mogen uitsluitend door ter zake kundig vakpersoneel worden
ingesteld.
Instelbouten er niet te ver uitdraaien. Maat T
De volgorde van instellen is afhankelijk van de toepassing. Normaliter wordt eerst
de eindstand van de veiligheidsfunctie (fail-safe-positie) ingesteld.
Aanbeveling bij veiligheidsfunctie fail-safe DICHT:
→ eerst eindaanslag DICHT, met symbool
Aanbeveling bij veiligheidsfunctie fail-safe OPEN:
→ eerst eindaanslag OPEN, met symbool
FQM 05.1 – FQM 12.1 / FQMEx 05.1 – FQMEx 12.1
= instelbout voor eindaanslag OPEN
= instelbout voor eindaanslag DICHT
FQM 05.1/FQM 07.1
55 ±9
46
FQM 10.1/FQM 12.1
31 ±13
18
in acht nemen!
min.
instellen.
instellen.
Advertenties
Inhoudsopgave
