Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
4.3.1.
Overzicht koppelbusvarianten
Montage
Toepassing
4.3.1.1. Fail-safe-eenheid op afsluiter monteren
Informatie
Montagestappen
14
Afbeelding 9: Aansluiting afsluiter via koppelbus
[1]
Boorgat met spiebaan
[2]
Binnenvierkant
[3]
DD
Voor afsluiters met aansluitingen conform EN ISO 5211
Voor draaiende, niet stijgende spindel
Koppelbussen zonder boorgat resp. voorgeboorde koppelbussen moeten vóór de
montage van de fail-safe-eenheid op de afsluiter passend voor de as van de afsluiter
gereed worden bewerkt (bijv. met boorgat en spiebaan, DD of binnenvierkant).
Afsluiter en fail-safe-eenheid moeten in dezelfde eindstandpositie (OPEN/DICHT)
in elkaar gezet worden.
De fail-safe-eenheid mag alleen met ontspannen veer (elektrisch spanningsvrij)
gemonteerd worden.
Bij ontspannen veer staat de fail-safe-eenheid in de eindstandpositie van de
op het typeplaatje aangegeven fail-safe-richting:
-
CW ≙ eindstand DICHT (bij rechtsdraaiende afsluiter)
-
CCW ≙ eindstand OPEN (bij rechtsdraaiende afsluiter)
1.
De blanke delen van de aansluitflens reinigen en zorgvuldig ontvetten.
2.
De as van de afsluiter [2] licht invetten.
FQM 05.1 – FQM 12.1 / FQMEx 05.1 – FQMEx 12.1
Advertenties
Inhoudsopgave
