VAREN IN ONDIEP WATER
WAARSCHUWING
Wanneer u in ondiep water vaart is uw motor niet
beschermd tegen de gevolgen van een botsing
tegen obstakels onder water.
Laat uw motor ALLEEN VOORUIT varen op lage
snelheid. De motor kan met kracht omhoog wor-
den getilt en plots vallen, als hij een obstakel
onder water raakt of als u in ACHTERUIT schakelt
en gas geeft. U zou de controle over uw boot kun-
nen verliezen.
De diepte van de motor bij het varen in ondiep water wordt
geregeld door de stand van de motorhoek-afstelstang.
Verzet de motorhoek-afstelstang, indien nodig. Zie
AFSTELLING MOTORHOEK.
Vertraag en schakel in VRIJLOOP voor u gaat varen in on-
diep water.
Vergrendelen
Zet de tilt/vaarhendel in de TILT-stand.
1
1.
Tilt/vaarhendel – TILT-stand
2.
VRIJLOOP
Grijp de tiltgreep aan de motorkap en tilt de motor tot half-
weg.
De beugel voor varen in ondiep water wordt automatisch
geactiveerd.
Laat de motor langzaam zakken tot de beugel om te varen
in ondiep water tegen de hoek-afstelstang rust.
BELANGRIJK: Controleer regelmatig of de waterinlaten
volledig onder water zitten en of er een ononderbroken wa-
terstraal uit de waterpompcontroleslang stroomt.
24
- VAREN
Ontgrendelen
Zet de tilt/vaarhendel in de VAAR-stand.
1
1.
Tilt/vaarhendel – VAAR-stand
2.
VRIJLOOP
Grijp de tiltgreep aan de motorkap en tilt de motor een
beetje.
De beugel voor varen in ondiep water wordt automatisch
gelost.
Laat de motor langzaam zakken tot de normale vaarstand.
KEUZE VAN DE SCHROEF
2
Om de juiste schroef voor uw boot te selecteren, MOET
een vaartest worden uitgevoerd. Neem contact op met uw
DEALER voor assistentie.
Zie SCHROEF, voordat u een schroef verwijdert of mon-
teert.
BELANGRIJK: Met een geschikte schroef voor uw boot
moet de motor onder normale bedrijfsomstandigheden, te-
gen het middelpunt van het volgastoerental draaien. Zie
MOTORSPECIFICATIES.
AFMEREN
Het is toegestaan de boot met de tandwielkast van de mo-
tor uit het water af te meren met de tilt. Zie TILTEN EN
TILTSTEUN.
2