Het toestel is NIET voorzien van een overloopsysteem, omdat de
volume het afvalreservoir groter is dan de inhoud van het reservoir
met oplossing. In buitengewone gevallen is een mechanisme (vlotter)
onder het aanzuigdeksel aanwezig dat, wanneer het afvalreservoir
vol is, de luchtdoorgang naar de zuigmotor sluit en de motor zelf
dus beschermt; in dit geval zal de aanzuigmotor meer lawaai maken.
Voer in dit geval het volgende uit:
1. Schakel de modaliteit "AUTO" uit door te drukken op de knop (1)
op het instrumentenbord (Afb. 1), zodat de motor van de borstel
en de pomp stoppen met werken. Ook de aanzuigmotor zal na
ongeveer vijftien seconden stoppen met werken.
2. Zodra de aanzuigmotor uitgaat, schakel het apparaat uit met de
hoofdschakelaar (2) (Afb. 2).
3. Hef de wisser van de vloer.
4. Geef de stuurstang vrij en druk op de grendel (3) van de stuuras
in de richting aangeduid door de pijl (Afb. 3).
5. Draai de stuuras in de verticale stand (Afb. 4).
1
1
4
Na de werking en voordat eender welk type van onderhoud
uitgevoerd wordt, moet het volgende uitgevoerd worden:
1. Schakel de modaliteit "AUTO" uit door te drukken op de knop (1)
op het instrumentenbord (Afb. 1), zodat de motor van de borstel
en de pomp stoppen met werken. Ook de aanzuigmotor zal na
ongeveer vijftien seconden stoppen met werken.
2. Zodra de aanzuigmotor uitgaat, schakel het apparaat uit met de
hoofdschakelaar (2) (Afb. 2).
3. Hef de wisser van de vloer.
1
1
OVERLOOPMECHANISME
AANDACHT: Tijdens deze handeling mag u uw voet niet op
het toestel doen steunen.
6. Wanneer de stang verticaal is kan de grendel (3) losgelaten
worden om de stang te blokkeren (Afb. 5).
7. Kantel de machine en breng het toestel naar de plaats
voorbestemd voor het afvloeien van het vuil water. Ledig het
afvalreservoir (lees de paragraaf
AFVALRESERVOIR") (Afb. 6).
VAN HET
AANDACHT: De plaats die geschikt is om deze handeling uit
te voeren, moet in overeenstemming zijn met het geldende
normenstelsel inzake milieubescherming.
OFF
2
5
NA DE WERKING
4. Geef de stuurstang vrij en druk op de grendel (3) van de stuuras
in de richting aangeduid door de pijl (Afb. 3).
5. Draai de stuuras in de verticale stand (Afb. 4).
AANDACHT: Tijdens deze handeling mag u uw voet niet op
het toestel doen steunen.
OFF
2
23
"CONTROLE EN REINIGING
2
3
3
6
2
3
3
3