6. Controleer of de dop (4) om het reservoir van de oplossing te
ledigen correct geplaatst is, anders correct plaatsen (Afb. 4).
7. Haal de dop (5) van het reinigingsmiddel uit zijn zitting in het
reservoir van de oplossing (Afb. 5).
4
4
9. Vul
met
reinigingsmiddel
"REINIGINGSMIDDEL").
10. Voer de dop (5) van het reinigingsmiddel in zijn zitting in het
reservoir van de oplossing (Afb. 6).
AANDACHT: Telkens wanneer het niveau van de oplossing in
het reservoir hersteld wordt, is het een goed idee het
afvalreservoir leeg te maken.
5
6
12. Plaats het afvalreservoir boven op het reservoir van de oplossing
en let erop de aanzuigbuis van de lucht bij de ingang (6) van
de aanzuigmotor en de aanzuigbuis van de wisser (7) niet
te beschadigen. Om het reservoir te plaatsen, gebruik de
handgrepen (3) op het reservoir van de oplossing (Afb. 9 en
Afb. 10).
9
8. Vul met schoon water dat niet warmer dan 50°C en niet kouder
5
(lees
de
paragraaf
11. Voer het reservoir van de oplossing in het apparaat en let erop de
7
13. Maak de reservoirs vast aan het huis van het toestel m.b.v. de
3
10
17
dan 10°C is.
5
aanzuigbuis van de lucht bij de ingang (6) van de aanzuigmotor
en de aanzuigbuis van de wisser (7) niet te beschadigen. Om het
reservoir te plaatsen, gebruik de handgrepen (3) op het reservoir
van de oplossing (Afb. 7 en Afb. 8).
3
8
AANDACHT: Vooraleer het afvalreservoir te plaatsen,
controleer of de dop voor het ledigen correct op zijn plaats zit,
anders moet die correct geplaatst worden.
grendels van de reservoirs (1), draai ze in de richting aangeduid
door de pijl (Afb. 11).
6
7
11
6
7
1