S
TORINGEN
P
ROBLEEM
Het toestel verplaatst
te weinig lucht.
Alleen bij modellen met
verwarming: Het toe-
stel verwarmt niet of
onvoldoende.
5.2
Storingen met melding verhelpen
M
ELDING
De storingslamp brandt.
nl
5.3
Storingen uitlezen
nl-62
W
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Een van de aanzuigsecties en/of de aange-
sloten ventilatietoestellen wordt geblok-
keerd.
De maximale uitblaastemperatuur is
begrensd.
Alleen bij modellen met waterverwarming: De
CV-installatie werkt niet goed.
Zie ook:
2.12
W
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Het filter laat onvoldoende lucht
door t.g.v. vervuiling.
Zie ook:
6.2
Storingen worden geregistreerd met een binaire code in twee
registers.
In het logbestand "log_error.csv" dat met een USB-flashdrive
uitgelezen kan worden, worden de storingen met een
numerieke waarde aangegeven.
W
AT TE DOEN
Verwijder obstakels voor de aanzuig- en
uitblaassectie.
Controleer de waarde bij
uitblaastemperatuur
Controleer de CV-installatie.
• Controleer de aansluitingen.
• Controleer de werking.
• Controleer de capaciteit.
"Het toestel aansluiten op de netvoeding", pagina 27
W
AT TE DOEN
Controleer het filter op vervuiling.
Reinig of vervang het indien nodig.
U kunt de drukverschilmeter over het
filter bijstellen om eerder of juist later
een vuil-filter-signaal af te laten geven.
"Het filter vervangen", pagina 66
W
-
ARMTETERUGWIN
TOESTEL
46. Maximale