HR H
ANDLEIDING
2.13
Inschakelen en de werking controleren
Handleiding versie 4.1 (26-07-2018)
2.13.1 Inleiding
Gevaar:
d
Verzeker u ervan dat alle kanaalstukken op
buitenlucht, binnenlucht en de ventilatietoe-
stellen zijn aangesloten voordat u de werking
van het toestel test.
2.13.2 Visuele controle
1. Controleer de volgende bevestigingen:
-
borgmoeren van de ophanging;
-
koppelelementen tussen de modules;
-
kanaalstukken correct en op de juiste posities aangeslo-
ten.
2. Controleer dat de sifon van de condensafvoer is gevuld
met water.
3. Controleer de aansluitingen op de elektronica-module.
4. Bij modellen met verwarmings-/koelmodule
Controleer:
-
dat de warmtewisselaar correct is aangesloten.
-
dat de temperatuursensor in het toevoerkanaal is aan-
gesloten.
-
dat de verwarmings-/koelinstallatie ingeschakeld is.
2.13.3 Inschakelen
1. Schakel de netvoeding in.
2. Zet de werkschakelaar op 1.
3. Controleer dat er geen foutmeldingen worden gegeven.
2.13.4 Werking controleren
1. Controleer de werking van de drukschakelaar 7 over de
warmtewisselaar:
1. Con eer in
menu > Onderhoud > Toestelcontrole
de waarde van de vierde input (1-2-3-4) een nul is: x-x-
x-0
2. Open de drukschakelaar.
I
NSTALLATIE
nl
dat
nl-29