HR H
ANDLEIDING
3.5
Instellingen
1. Standen kiezen
5. Ruimtetemperatuur
6. Minimale luchttemperatuur
7. Minimale luchttemperatuur koeling
8. Nachttemperatuur
9. Kalibratie
Handleiding versie 4.1 (26-07-2018)
In het menu Instellingen kunt u instellingen opgeven die het
dagelijkse gebruik van het toestel beïnvloeden.
Het bedieningspaneel biedt een automatische- en een
handmataige stand aan. Met de functie Standen kiezen kunt u
instellen welk van deze standen gekozen kan worden op het
HOME-scherm.
Stel hier de temperatuur in die standaard bij het opstarten van
het toestel wordt gebruikt als ruimtetemperatuur.
De gewenste ruimtetemperatuur kan op het homescherm
tijdelijk worden bijgesteld tot het eerstvolgende
opstartmoment.
Bij toestellen met verwarmingsmodule:
Stel het minimale verschil in tussen de ruimtetemperatuur
(aanzuiglucht) en de uitblaastemperatuur (toevoerlucht).
Dit verschil kan verhoogd worden voor meer comfort. Een
kleiner verschil bespaart energie.
Om het comfort te verhogen kan een minimale
uitblaastemperatuur voor koelen worden ingesteld.
De nachttemperatuur wordt gebruikt als het toestel
uitgeschakeld is. Als de ruimtetemperatuur onder deze
ingestelde waarde zakt, gaat het toestel werken om de ruimte
op de nachttemperatuur te houden.
Opmerking:
n
Deze functie werkt alleen als de verwarming is inge-
schakeld.
Waarschuwing:
w
Wees erop bedacht dat de luchtstroom van
het toestel voorwerpen in beweging kan bren-
gen. Dat kan 's nachts een alarminstallatie in
het gebouw activeren.
Pas de temperatuuraflezing aan als deze afwijkt van de
werkelijke temperatuur.
B
-
EDIENING VIA B
TOUCH
nl
nl-43