I
NSTALLATIE
nl
nl-34
Stel de toevoerventilator in:
1. Sluit de drukverschilmeter aan op de drukmeetpunten 1
van de toevoerventilator
2. Stel de toevoerventilator in. Gebruik hiervoor dezelfde
werkwijze als voor de afvoerventilator.
2.13.6 Drukschakelaar instellen
Het toestel is voorzien van een invriesbeveiliging voor de
plaatwarmtewisselaars. Als er ijsvorming gesignaleerd wordt,
zal het toestel de wisselaars ontdooien door warme
binnenlucht over de wisselaars naar buiten te blazen. De
luchtstroom van buiten naar binnen wordt afgesloten.
Deze werking wordt actief als het drukverschil over de
plaatwarmtewisselaars te groot wordt.
Opmerking:
n
Het drukverschil moet worden gemeten in ventila-
torstand 3 (hoog).
Bij buitentemperaturen die risico op invriezen vor-
men, zal het toestel een controle uitvoeren door het
drukverschil in ventilatorstand 3 te meten.
Drukschakelaar aanpassen
Pas de drukschakelaar 7 aan aan ventilatorstand 3 (hoog):
1. Gebruik het debiet dat gebruikt is voor ventilatorstand 3
van de afvoerventilator (zie
heid).
2. Bepaal het bijbehorende drukverschil voor de drukschake-
laar. Gebruik hiervoor de grafiek.
Opmerking:
n
Gebruik de curve van het toegepaste toesteltype (zie
typeplaatje).
W
-
ARMTETERUGWIN
TOESTEL
.
2.13.5 Kalibreer luchthoeveel-