I
NSTALLATIE
nl
nl-16
5. Breng de recirculatieklepmodule
Opmerking:
n
Zorg dat de bekabeling aan kant van de elektronica-
module zit.
6. Bevestig de module op dezelfde wijze als de warmtewisse-
laarmodule (stap 3 en 4).
7. Koppel de modules aan elkaar met de koppelelementen
aan boven en onderzijde.
Let op:
c
Stel de modules eerst onafhankelijk van elkaar voor-
dat ze aan elkaar gekoppeld worden.
8. Koppel de toevoerventilatormodule
afvoerluchtfiltermodule
menten aan boven en onderzijde.
9. Koppel de afvoerventilatormodule
buitenluchtfiltermodule
menten aan boven en onderzijde.
10. Herhaal stappen 5 t/m 7 voor beide gekoppelde samenstel-
lingen.
11. Voor toestellen met een verwarmingsmodule
-
Bevestig de meegeleverde koppelelementen op de ven-
tilatormodule.
-
Bevestig en koppel de verwarmingsmodule op dezelfde
wijze als de andere modules.
W
-
ARMTETERUGWIN
TOESTEL
in positie.
en de
M5 aan elkaar met de koppelele-
en de
F7 aan elkaar met de koppelele-