Bakken van gebak
Gebruik slechts een niveau en donkere bakplaten of bakken.
Op een lichtgekleurde bakplaat of braadslee, zal het
opbruinen van het gebak slechter gaan, omdat deze de
hitte zal weerkaatsen.
Plaats de bakvorm op het rooster, verwijder het rooster
als u gebruik maakt van de bijgeleverde bakplaat.
Het bakken zal korter zijn als de oven eerst wordt
voorverwarmd.
Soort gerecht
GEBAK
Brood wit*
Brood boekweit*
Brood volkoren*
Roggebrood*
Brood spelt*
Zoete soufflé
Soufflé
Broodjes*
Walnoot gebak*
Biscuitgebak*
Macronen (meringue gebak)
Broodjes met groente
Broodjes met fruit
Kwarttaart
Koekjes
Klein gebak van gistdeeg
Kool piroshki*
Vruchtentaart
Meringue koekjes
Geleigevulde broodjes (Buchtel)
Fout bij het bakken/
braden
Is het gebak gaar?
Is het gebak ingevallen?
Is het gebak ingevallen?
Is het gebak met vochtige
vulling niet gaar?
Gebruik geen diepe braadslee op de eerste geleider.
26
Geleider niveau
(van onderen)
2
2
2
2
2
2
1
2
2
2
2
2
2
1
2
2
2
2
2
2
Tip
• Prik in het gebak met een houten tandenstoker of pen. Als er geen resten meer aan de pen
blijven kleven is het gebak gaar.
• Controleer het recept.
• Gebruik de volgende maal minder vloeistof.
• Controleer de mengtijd bij het gebruik van kleine mixers, blenders enz.
• Gebruik een donker gekleurde gebaksvorm of schaal.
• Plaats de gebaksvorm op een lagere geleider en doe de verwarming lager tegen het einde
van het kookproces.
• Verhoog de temperatuur en verleng de bakijd.
Temperatuur
(°C)
180-190
180-190
180-190
180-190
180-190
170-180
170-180
200-220
180
160-170
120-140
190-200
190-200
170-180
160-170
190-200
185-195
140-150
90
170-180
Kooktijd
(min)
60
50
50
50
60
35-45
35-45
30-40
55-60
20-30
15-30
15-20
25-30
65-75
20-30
20-25
25-35
85-95
120
30-35