PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
ke chemische reacties optreden en
kan de remwerking verslechteren.
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
G
geen water de hoofdremcilinder kan
binnendringen. Water zal het kook-
punt van de remvloeistof aanzienlijk
verlagen zodat dampbelvorming kan
optreden.
Remvloeistof kan gelakte of kunsts-
G
tof onderdelen aantasten. Veeg
gemorste remvloeistof steeds direct
af.
Naarmate de remblokken afslijten,
G
zal het remvloeistofniveau geleidelijk
verder dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
6
het remvloeistofniveau plotseling
sterk is gedaald.
Remvloeistof verversen
Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien
de remslang eens in de vier jaar vervan-
gen, of zodra deze lek of beschadigd is.
6-15
DAUM1360
Kabels controleren en smeren
De werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd
en de kabel en kabeleinden moeten indien
nodig worden gesmeerd. Vraag een
Yamaha dealer een kabel te controleren of
te vervangen wanneer deze is beschadigd
of niet soepel beweegt. Schade aan de
buitenbehuizing van kabels kan leiden
tot interne roestvorming en storing
veroorzaken met de beweging van
kabels. Vervang beschadigde kabels zo
snel mogelijk om onveilige omstandig-
heden te voorkomen.
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha Chain and Cable Lube of
4-takt injectiesmering
DAU23094
[DWA10711]