FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Tankbeluchtingsslang/overloop
slang
3
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de
G
tankbeluchtingsslang/overloopslang.
Controleer
de
G
lang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien
nodig.
Controleer of het uiteinde van de
G
tankbeluchtingsslang/overloopslang
niet verstopt is en reinig indien nodig.
DAU39451
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatka-
talysator.
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Let op het vol-
gende om brandgevaar of brandwon-
den te voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
G
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat
gemakkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
G
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitla-
atsysteem in aanraking kunnen
tankbeluchtingss-
komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
G
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan
G
enkele minuten stationair draaien.
Lang stationair draaien kan leiden
tot oververhitting.
DAU13433
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Bij gebruik van loodhoudende benzine
zal onherstelbare schade worden toe-
DWA10862
gebracht aan de uitlaatkatalysator.
3-9
DCA10701