GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levens-
duur van het motorblok is de tijd tus-
sen 0 en 1000 km (600 mi). Lees daa-
rom
de
volgende
aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is,
mag dit gedurende de eerste 1000 km
(600 mi) niet te zwaar worden belast.
De verschillende onderdelen van de
motor slijten op elkaar in totdat de
juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt.
5
Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van
de motor kunnen leiden.
0~150 km (0~90 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig
voorbij een derde opengedraaid.
Varieer de rijsnelheid van de scooter
zo nu en dan. Verander de stand van
de gasgreep regelmatig.
150~500 km (90~300 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig
voorbij halverwege opengedraaid.
DAU16830
500~1000 km (300~600 mi)
Houd geen kruissnelheid aan waarbij
de gasgreep voorbij driekwart is
opengedraaid.
LET OP:
informatie
Nadat 1000 km (600 mi) is afgelegd,
moet de versnellingsbakolie wor-
den ververst.
1000 km (600 mi) en verder
Laat de motor niet langdurig volgas
draaien. Varieer het toerental zo nu en
dan.
LET OP:
Als tijdens de inrijperiode motors-
chade optreedt, vraag dan direct
DAUM2090
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en
neem dan de sleutel uit het contacts-
DCAM1070
lot.
s WAARSCHUWING
s
G
DCA10270
G
LET OP:
Parkeer nooit op een plek waar
sprake is van brandgevaar, zoals
op droog gras of nabij ander ontv-
lambaar materiaal.
5-4
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, par-
keer dus op een plek waar
voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met deze onder-
delen in aanraking kunnen
komen.
Parkeer niet op een helling of
op een zachte ondergrond, de
machine
zou
dan
kunnen
omvallen.
DAU17212
DWA10310
DCA10380