FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Licht het waarschuwingslampje niet mete-
en op wanneer u de sleutel naar "ON" dra-
ait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
Laat de motor niet draaien terwijl deze
3
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radia-
G
torkoelvinnen schakelt de radiatorko-
elvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in
de radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
G
op pagina 6-30 nadere instructies
vermeld.
Waarschuwingslampje motorstoring
"
"
Dit waarschuwingslampje begint te knip-
peren of blijft branden wanneer een elek-
trisch systeem dat de motorwerking con-
troleert, defect is. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem
te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar "ON" te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
DCA10021
Licht het waarschuwingslampje niet mete-
en op wanneer u de sleutel naar "ON" dra-
ait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAUT1934
Multifunctioneel display
1. Klok
2. Snelheidsmeter
3. Brandstofniveaumeter
4. Indicator olieverversing "OIL"
5. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
6. "RESET/SELECT"-toets
OPMERKING
Het multifunctionele display voert gedu-
rende drie seconden een zelftest uit om
het elektrische circuit te controleren.
G
3-3
De weergave van de snelheidsmeter
gaat van 0 naar 99 en vervolgens van
99 naar 0 in kilometers. Als de snel-
heidsmeter op mijlen is ingesteld,
gaat de weergave van 0 naar 65 en
vervolgens van 65 naar 0.
DAUS1470