8.8.
De batterij opladen
DE BATTERIJMETER CONTROLEREN
Tijdens het gebruik van de Optune Lua wilt u mogelijk controleren hoeveel energie uw batterij nog
heeft. Door de batterij te controleren, wordt uw behandeling niet verstoord of gestopt.
Om de capaciteit van de batterij te controleren, drukt u één keer boven op de batterij. De capaciteit
van de batterij wordt aangegeven door de verlichte meter rechts van de knop. De meter geeft net als
de benzinemeter in een auto waarden aan van Vol (F, Full) tot Leeg (E, Empty).
De batterijlader laadt gebruikte batterijen opnieuw op. De batterijlader gebruikt stroom van een
standaard wandcontactdoos. Elke batterij zit in een sleuf die de batterij rechtstreeks verbindt met de
oplader.
Voordat u de batterijen oplaadt, sluit u de stroomkabel van de oplader aan op een standaard
wandcontactdoos en zet u de aan-uitschakelaar aan de achterkant van de oplader op ON (Aan).
QSD-EUUM-200 EU(NL) Rev03.0 Optune Lua MESO Gebruikershandleiding
Page 27/50
Volledig
opgeladen
75% opgeladen
50% opgeladen
25% opgeladen
Leeg