Verhelpen van storingen
Storingsmeldingen
Isolatiemantel van de ontstekings- of ionisatie-elektrode
gescheurd
Verkeerd gastype ingesteld
Gascombiregelaar opent niet.
Verbrandingswaarden niet optimaal
Slecht startgedrag
■
Draaischuifklep sluit niet.
■
Oorzaak
Stelmotor defect
Aansluitkabel stelmotor defect
Uitgangsrelais branderautomaat defect
F5 Luchtdrukbewaker sluit niet.
Luchtdrukbewaker meldt geen luchtdruk.
■
Ventilator draait niet.
■
Branderautomaat vergrendeld
■
Oorzaak
Luchtdrukbewaker defect
Luchtdrukbewaker niet correct aangesloten
Luchtdrukbewaker niet correct ingesteld
Luchtdrukbewaker schakelt uit tijdens het bedrijf.
■
Branderautomaat vergrendeld
■
Oorzaak
Rookgasopstuwing
Condenswateropstuwing
Luchtdrukbewakerslang defect
Verbindingsslang ondicht
98
(vervolg)
Ontstekings- of ionisatie-elektrode vervangen.
Gastype instellen
Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel
■
of
Parameter "03" in groep "Branderautomaat" contro-
■
leren, evt. instellen.
Aansluitkabel controleren.
■
Gascombiregelaar controleren. Evt. vervangen.
■
Brander instellen (zie servicehandleiding van de CV-
■
ketel).
Om de branderstart te activeren, indien nodig ook bij
■
branderstilstand de instelschroeven verstellen.
Maatregel
Stelmotor vervangen.
Aansluitkabel vervangen.
Branderautomaat vervangen.
Maatregel
Luchtdrukbewaker vervangen.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Luchtdrukbewaker juist aansluiten.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Luchtdrukbewaker juist instellen.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Maatregel
Rookgasopstuwing verhelpen.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Condenswateropstuwing controleren.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Slang vervangen.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■