Download Print deze pagina

Viessmann VITOTRONIC 200 Montage- En Servicehandleiding pagina 106

Verberg thumbnails Zie ook voor VITOTRONIC 200:

Advertenties

Functiebeschrijving
Regeling van de verwarmingscircuits
CV-pomplogica
Spaarschakelingen
De CV-pomp wordt uitgeschakeld (gewenste aanvoer-
temperatuur op 0 °C gezet) als aan de volgende crite-
ria is voldaan:
De buitentemperatuur overschrijdt de via parame-
ter "05" in groep "V.circuit..." ingestelde waarde.
De gedempte buitentemperatuur overschrijdt de via
parameter "06" in groep "V.circuit..." ingestelde
waarde.
De mengklep werd langer dan 12 min gesloten
(mengklepspaarfunctie, parameter "A7" in
groep "V.circuit...").
De via parameter "08" in groep "V.circuit..." inge-
stelde pompstilstandtijd is bereikt.
Voorwaarde:
Er is geen vorstgevaar.
Parameter "0A" in groep "V.circuit..." moet op 0
staan.
Opmerking
Wanneer tijdens de pompstilstandtijd in de stookmo-
dus wordt gezet of de gewenste kamertemperatuur
wordt verhoogd, wordt de CV-pomp ingeschakeld,
ook wanneer de tijd nog niet is verstreken.
De werkelijke kamertemperatuur overschrijdt de via
parameter "0E" in de groep "V.circuit..." ingestelde
waarde.
Estrikdroging
In combinatie met verwarmingscircuit met mengklep.
Voor het drogen van estriken (de gegevens van de
estrikfabrikant moeten beslist gerespecteerd wor-
den).
De pomp van het CV-circuit met menger wordt inge-
schakeld en de aanvoertemperatuur op het inge-
stelde profiel gehouden.
Na beëindiging (30 dagen) wordt het verwarmingscir-
cuit met mengklep automatisch met de ingestelde
parameter geregeld.
EN 1264 in acht nemen.
Het protocol dat door de verwarmingsfirma wordt
opgesteld, moet de volgende informatie over het ver-
warmen bevatten:
Verwarmingsgegevens met de desbetreffende aan-
voertemperaturen
Bereikte maximale aanvoertemperatuur
Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht
van de verwarmingsinstallatie
Er kunnen verschillende temperatuurprofielen via
parameter "23" in groep "V.circuit..." ingesteld wor-
den.
Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling
wordt de functie voortgezet. Als de estrikdroging
beëindigd is of de parameter "23:0" in groep "V.cir-
cuit..." handmatig ingesteld wordt, is het werkings-
programma "Verwarm. en warmwater" actief.
106
(vervolg)
Installatiedynamiek
Het regelgedrag van de mengkleppen kan via parame-
ter "17" in groep "V.circuit..." worden beïnvloed.
Centrale bediening
Via parameter "62" in groep "Alg." kan voor een ver-
warmingscircuit centrale bediening worden geparame-
treerd.
Werkings- en vakantieprogramma geldt dan voor alle
overige verwarmingscircuits van de installatie.
Voor deze verwarmingscircuits verschijnt bij het active-
ren van het bedrijfs- en vakantieprogramma "Centrale
bediening". Evt. ingestelde vakantieprogramma's wor-
den gewist.
Comfort- en spaarwerking zijn bij alle regelingen niet
activeerbaar.
Vorstbescherming
De aanvoertemperatuur wordt overeenkomstig de
stooklijn voor de gereduceerde gewenste ruimtetem-
peratuur, maar minstens op 10 °C gehouden.
Overeenkomstig parameter "03" in groep "V.circuit..."
is een variabele vorstgrens instelbaar.
Therm-Control
Als de gewenste temperatuur op de sensor van de
Therm-Control te laag wordt, volgt vermogensreductie.
Daarbij worden de mengkleppen van de nagescha-
kelde verwarmingscircuits dicht gezet.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Co1i76412897745440774555777485997749010 ... Toon alles