Functiebeschrijving
Regeling van de verwarmingscircuits
CV-pomplogica
Spaarschakelingen
–
De CV-pomp wordt uitgeschakeld (gewenste aanvoer-
temperatuur op 0 °C gezet) als aan de volgende crite-
ria is voldaan:
De buitentemperatuur overschrijdt de via parame-
■
ter "05" in groep "V.circuit..." ingestelde waarde.
De gedempte buitentemperatuur overschrijdt de via
■
parameter "06" in groep "V.circuit..." ingestelde
waarde.
■
De mengklep werd langer dan 12 min gesloten
(mengklepspaarfunctie, parameter "A7" in
groep "V.circuit...").
De via parameter "08" in groep "V.circuit..." inge-
■
stelde pompstilstandtijd is bereikt.
Voorwaarde:
–
Er is geen vorstgevaar.
–
Parameter "0A" in groep "V.circuit..." moet op 0
staan.
Opmerking
Wanneer tijdens de pompstilstandtijd in de stookmo-
dus wordt gezet of de gewenste kamertemperatuur
wordt verhoogd, wordt de CV-pomp ingeschakeld,
ook wanneer de tijd nog niet is verstreken.
■
De werkelijke kamertemperatuur overschrijdt de via
parameter "0E" in de groep "V.circuit..." ingestelde
waarde.
Estrikdroging
■
In combinatie met verwarmingscircuit met mengklep.
■
Voor het drogen van estriken (de gegevens van de
estrikfabrikant moeten beslist gerespecteerd wor-
den).
■
De pomp van het CV-circuit met menger wordt inge-
schakeld en de aanvoertemperatuur op het inge-
stelde profiel gehouden.
■
Na beëindiging (30 dagen) wordt het verwarmingscir-
cuit met mengklep automatisch met de ingestelde
parameter geregeld.
EN 1264 in acht nemen.
■
■
Het protocol dat door de verwarmingsfirma wordt
opgesteld, moet de volgende informatie over het ver-
warmen bevatten:
–
Verwarmingsgegevens met de desbetreffende aan-
voertemperaturen
Bereikte maximale aanvoertemperatuur
–
–
Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht
van de verwarmingsinstallatie
■
Er kunnen verschillende temperatuurprofielen via
parameter "23" in groep "V.circuit..." ingesteld wor-
den.
Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling
■
wordt de functie voortgezet. Als de estrikdroging
beëindigd is of de parameter "23:0" in groep "V.cir-
cuit..." handmatig ingesteld wordt, is het werkings-
programma "Verwarm. en warmwater" actief.
106
(vervolg)
Installatiedynamiek
Het regelgedrag van de mengkleppen kan via parame-
ter "17" in groep "V.circuit..." worden beïnvloed.
Centrale bediening
Via parameter "62" in groep "Alg." kan voor een ver-
warmingscircuit centrale bediening worden geparame-
treerd.
Werkings- en vakantieprogramma geldt dan voor alle
overige verwarmingscircuits van de installatie.
Voor deze verwarmingscircuits verschijnt bij het active-
ren van het bedrijfs- en vakantieprogramma "Centrale
bediening". Evt. ingestelde vakantieprogramma's wor-
den gewist.
Comfort- en spaarwerking zijn bij alle regelingen niet
activeerbaar.
Vorstbescherming
De aanvoertemperatuur wordt overeenkomstig de
stooklijn voor de gereduceerde gewenste ruimtetem-
peratuur, maar minstens op 10 °C gehouden.
Overeenkomstig parameter "03" in groep "V.circuit..."
is een variabele vorstgrens instelbaar.
Therm-Control
Als de gewenste temperatuur op de sensor van de
Therm-Control te laag wordt, volgt vermogensreductie.
Daarbij worden de mengkleppen van de nagescha-
kelde verwarmingscircuits dicht gezet.