Functiebeschrijving
Regeling van de tapwateropwarming...
2e boilertemperatuursensor:
Bij grote warmwaterafname wordt de boileropwarming
voortijdig ingeschakeld. Wanneer geen warmwateraf-
name plaatsvindt, wordt de boileropwarming voortijdig
afgebroken.
Warmwaterboiler wordt koud:
Gewenste waarde
2,5 K, wijziging via parame-
■
−
ter "04"
of
■
Werkelijke tapwatertemperatuur aan sensor 2 <
gewenste tapwatertemperatuur x factor voor inscha-
keltijdstip (instelling via parameter "0E")
Warmwaterboiler is warm:
■
Gewenste waarde +2,5 K
en
■
Werkelijke tapwatertemperatuur aan sensor 2 >
gewenste tapwatertemperatuur x factor voor uitscha-
keltijdstip (instelling via parameter "0D")
Parameter "00:3" in groep "Warm water", boiler-
temperatuurregeling boilerlaadsysteem
Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde
2,5 K, wijziging via parameter "04"):
−
De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K
■
hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertempera-
tuur (wijziging via parameter "06").
■
De primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem
schakelt in.
Steekadapter externe veiligheidsinrichtingen (accessoire)
Aansluiting van een steekadapter
De steekadapter wordt door de regeling automatisch
als KM-BUS-deelnemer herkend.
De volgende externe veiligheidsinrichtingen kunnen
volgens EN 12828 worden aangesloten:
■
Laagwaterniveaubeveiliging
■
Maximumdrukbegrenzer
112
(vervolg)
De 3-wegmengklep opent en regelt op de ingestelde
■
gewenste waarde.
■
De circulatiepomp voor boilerverwarming schakelt zo
lang (wordt kort in- en uitgeschakeld) tot de
gewenste aanvoertemperatuur (gewenste tapwater-
temperatuur + 5 K) is bereikt. Daarna loopt deze
continu.
Als tijdens het opwarmen de waarde lager wordt dan
gewenst, draait de boilerlaadpomp voor de boilerop-
warming tijdelijk weer periodiek.
Warmwaterboiler is warm:
Eerste boilertemperatuursensor:
■
Werkelijke waarde
en
tweede boilertemperatuursensor
Werkelijke waarde > gewenste waarde
■
De gewenste ketelwatertemperatuur wordt terugge-
zet op de weersafhankelijke gewenste waarde.
De circulatiepomp voor de boilerverwarming wordt bij
■
volledig geopende 3-wegmengklep direct uitgescha-
keld.
of
■
De circulatiepomp voor de boileropwarming wordt na
een via parameter "08" in te stellen nalooptijd uitge-
schakeld.
Minimumdrukbegrenzer
■
Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer
■
Externe regeluitschakeling van de brander
■
■
Externe branderaanvraag (1e trap)
gewenste waarde
≥
1,5 K
−