Storingsmeldingen
F1 Rookgastemp.begrenzer is geactiveerd.
Branderautomaat geeft storing
■
Installatie koelt af.
■
Oorzaak
Rookgastemperatuur te hoog
■
Gasdebiet te hoog
■
F2 Temp.begrenzer ketelwatertemperatuur is geactiveerd.
■
Branderautomaat geeft storing
■
Installatie koelt af.
Oorzaak
Ketelwatertemperatuur te hoog.
F3 Herk. vreemd licht
Ionisatie-elektrode meldt fout vlamsignaal tijdens het
opstarten of na de naventilatie.
Oorzaak
Gascombiregelaar lekt (gas ontsnapt en verbrandt)
Verkeerde codeerstekker
F4 Geen vlamvorming
Geen vlamvorming tijdens veiligheidstijd
■
Ionisatie-elektrode meldt geen vlamsignaal.
■
Oorzaak
Massasluiting van de elektroden of de kabels
Stekker van de ionisatie-elektrode niet aangesloten
Ionisatie-elektrode verkeerd ingesteld
Ontstekingselektroden verkeerd ingesteld
Ontstekingstoestel defect
Branderautomaat defect
(vervolg)
Maatregel
Wacht tot de rookgastemperatuur onder de toelaatba-
■
re waarde is gedaald.
Druk van de installatie controleren.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Warmtewisselaaroppervlak op verontreiniging contro-
■
leren.
CO
-instelling controleren.
■
2
Gasdebiet overeenkomstig het nominale vermogen
■
van de ketel instellen.
Aansluitwaarden
Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel
Maatregel
Wacht tot de ketelwatertemperatuur onder de toelaat-
■
bare waarde is gedaald.
Branderautomaat ontgrendelen: Zie serviceaanwijzing
■
van de verwarmingsketel
Maatregel
Ionisatie-elektrode en verbindingskabel controleren.
■
Gascombiregelaar vervangen.
■
Codeerstekker vervangen.
Maatregel
Kabels controleren.
Stekker van de ionisatie-elektrode aansluiten.
Ionisatie-elektrode instellen (zie serviceaanwijzing van
de verwarmingsketel).
Ontstekingselektroden instellen (zie serviceaanwijzing
van de verwarmingsketel).
Ontstekingstoestel vervangen.
Branderautomaat vervangen.
Verhelpen van storingen
97