Inbedrijfstelling
Uitgangen controleren (actorentest)
Op volgende knoppen drukken:
1.
2. "Service"
3. Wachtwoord "viservice" invoeren.
Displayweergave
Alle actoren
Modulerende brander
Uitgang 20
Uitgang 29
Uitgang 52
CV-pomp voor verw.circuit 2
Mengklep verw.c. 2
CV-pomp voor verw.circuit 3
Mengklep verw.c. 3
Boilerlaadpomp
Circulatiepomp
Groepsal.melding
Solarpomp
Solarpomp min.
Solarpomp max.
SM1 uitgang 22
Uitbreiding EA1 uitgang 1
Uitbreiding AM1 uitgang 1
Uitbreiding AM1 uitgang 2
Aanwijzing bij de draairichting van de mengklep-
motor
Aanvoertemperatuurregeling/verwarmingscircuitrege-
ling:
Als de motor opstart, moet de aanvoertemperatuur stij-
gen. Als de temperatuur lager wordt, is de draairichting
van de motor verkeerd of het mengklepinzetstuk ver-
keerd ingebouwd (montagehandleiding van de meng-
klep in acht nemen).
36
4. "Actorentest"
Opmerking
Afhankelijk van de uitrusting van de installatie en confi-
guratie van de regeling kunnen de in de tabel ver-
melde actoren aan de relaisuitgangen worden gecon-
troleerd.
Toelichting
UIT
Alle actoren zijn uitgeschakeld.
OP.
Modulatiebrander loopt open.
Neutr.
Modulatiebrander neutraal
DICHT
Modulatiebrander loopt dicht.
AAN
Actor aan uitgang
AAN
Actor aan uitgang
OP.
Actor aan uitgang
Neutr.
DICHT
AAN
Actor aan uitgang
OP.
Actor aan uitgang
DICHT
AAN
Actor aan uitgang
OP.
Actor aan uitgang
DICHT
AAN
Actor aan uitgang
AAN
Actor aan uitgang
AAN
Groepsalarmmeldingsinrichting aan uitgang
AAN
Zonnecircuitpomp aan uitgang
lingsmodule, type SM1
AAN
Aansluiting aan uitgang
dule, type SM1: Zonnecircuitpomp loopt met min. toe-
rental
AAN
Aansluiting aan uitgang
dule, type SM1: Zonnecircuitpomp loopt met max. toe-
rental
AAN
Actor aan uitgang
type SM1
AAN
Contact "P - S" aan stekker
sloten
AAN
Actor aan uitgang A1
AAN
Actor aan uitgang A2
sÖ
A1
sL
A1
gS
M2
sÖ
gS
M2
M3
sÖ
gS
M3
sA
sK
aan de zonnerege-
sF
aan de zonneregelingsmo-
sF
aan de zonneregelingsmo-
sF
aan de zonneregelingsmodule,
sS
van uitbreiding EA1 ge-
aBJ
gÖ