Inhoudsopgave
Advertenties
• Als de machine niet rechtdoor rijdt,
moet u de bandenspanning verhogen
van het aandrijfwiel aan de kant
waarnaar de machine trekt.
BELANGRIJK: Pomp de band niet verder
op dan de waarde op de zijkant van de band.
• Als de sporing niet wordt verbeterd door
een hogere bandenspanning, pas dan
de aanslagbouten aan zoals hieronder
aangegeven.
Aanslagbouten afstellen
Zie Afbeelding 31.
De aanslagbouten kunnen worden afgesteld
om de snelheden van de aandrijfwielen
te verhogen of te verlagen. Afstellen:
1. Draai de contramoer los.
• Draai de aanslagbout linksom om de
maximale snelheid van het aandrijfwiel
aan die kant te verhogen.
• Draai de aanslagbout rechtsom om de
maximale snelheid van het aandrijfwiel
aan die kant te verlagen.
2. Draai de contramoer vast.
Afbeelding 31
3. Lijn de stuurhendels uit.
Zie De stuurhendels afstellen
op pagina 26.
DE TRANSMISSIES AFSTELLEN
Op overmatig kruipen controleren
1. Laat de machine minimaal 5 minuten
draaien om het hydraulische systeem
op te warmen.
2. Stop de motor en schakel de parkeerrem
in.
3. Blokkeer de voorwielen en ondersteun de
machine zodanig dat de aandrijfwielen
van de grond staan.
4. Verwijder de aandrijfwielen.
5. Start de motor, zet de gashendel in de
snelle stand en schakel de parkeerrem
uit.
6. Beweeg de stuurhendels 5 of 6 keer
vooruit en achteruit, en zet de hendels
vervolgens weer in de neutraalstand.
7. Controleer of de naven draaien.
• Als ze maar een klein beetje draaien,
stop de motor, plaats de wielen terug en
zet de machine op de grond.
• Als ze veel draaien, moet u de
neutraalstand aanpassen zoals
hieronder wordt aangegeven.
BELANGRIJK: Draai de wielbouten vast met
81.3 N•m – 122.0 N•m (60 lb-ft – 90 lb-ft).
NL - 28
WAARSCHUWING:
VOORKOM LETSEL. Bij deze
afstelling moet de motor
draaien. Wees zeer voorzichtig
om contact met bewegende
onderdelen en hete
oppervlakken te voorkomen.
Zorg dat de achterkant van de
machine goed wordt
ondersteund en is bevestigd
voordat u de motor start.
Advertenties
Inhoudsopgave
