Inhoudsopgave
Advertenties
12. Voeg hydraulische olie aan de
expansietank toe totdat de olie bij de
markering voor koud vullen komt.
13. Herhaal de stappen 3 – 12 voor de
andere transmissie.
14. Spoel het hydraulische systeem.
Zie Het hydraulische systeem spoelen
op pagina 26.
Het hydraulische systeem spoelen
Ontlucht het hydraulische systeem nadat u
olie hebt afgetapt of het filter hebt vervangen.
WAARSCHUWING:
VOORKOM LETSEL. Bij deze
afstelling moet de motor
draaien. Wees zeer voorzichtig
om contact met bewegende
onderdelen en hete
oppervlakken te voorkomen.
Zorg dat de achterkant van de
machine goed wordt
ondersteund en is bevestigd
voordat u de motor start.
1. Parkeer de machine in de richting van
een muur of blokkeer de wielen.
2. Schakel de parkeerrem uit.
3. Ondersteun de machine zodanig dat de
aandrijfwielen van de grond staan.
4. Omzeil de transmissies. Zie De machine
handmatig verplaatsen op pagina 18.
5. Start de motor en zet de stuurhendels
langzaam 5 of 6 keer vooruit en achteruit.
6. Schakel de motor uit.
7. Zet de omloophendels voor de
transmissies weer in de bedieningsstand.
Zie De machine handmatig verplaatsen
op pagina 18.
8. Start de motor.
9. Zet de stuurhendels langzaam 5 of 6 keer
vooruit en achteruit.
10. Stop de motor, zet de machine op de
grond en controleer het oliepeil. Vul waar
nodig olie bij.
11. Herhaal stappen 1 – 10 totdat de
transmissies zowel vooruit als achteruit
soepel en zonder uitzonderlijk lawaai bij
normale snelheden werken.
ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN
DE STOEL AFSTELLEN
Zie Afbeelding 27.
1. Trek de stoelverstellingshendel omhoog
om de stoel te ontgrendelen.
2. Zet de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de stoelverstellingshendel los om
de stoel op zijn plaats te vergrendelen.
DE STUURHENDELS AFSTELLEN
De hoogte afstellen
De hoogte van de stuurhendels kan voor het
comfort van de bediener worden afgesteld.
Zie Afbeelding 28.
1. Schakel de motor uit, verwijder de sleutel
en wacht totdat alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen en hete
onderdelen zijn afgekoeld.
2. Verwijder het bevestigingsmateriaal van
de stuurhendels en verwijder de
stuurhendel uit de onderste stuurarm.
3. Plaats de stuurhendel in de gewenste
hoogte en lijn deze uit met de onderste
stuurarm. Zet deze vast met het originele
bevestigingsmateriaal.
NL - 26
WAARSCHUWING:
VOORKOM LETSEL. Lees het
hoofdstuk Veiligheid volledig
en zorg dat u het goed begrijpt
voordat u verder gaat.
Afbeelding 27
Advertenties
Inhoudsopgave
