Afbeelding 28
4. Pas de positie van de stuurhendel aan.
Zie De stuurhendels afstellen
op pagina 26.
5. Draai de excentrische afstandshouders
zodanig dat de hendels op dezelfde
hoogte staan, met een ruimte van
1.3 – 2.5 cm (1/2 – 1") tussen de
uiteinden van de hendels.
Zie Afbeelding 29.
Afbeelding 29
Als er meer dan 3.2 mm (1/8") tussen de
horizontale uitlijning van de stuurhendels zit,
lijn de hendels uit.
6. Schakel de motor uit, verwijder de sleutel
en wacht totdat alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen en hete
onderdelen zijn afgekoeld.
7. Schakel de parkeerrem in.
8. Draai het bevestigingsmateriaal los,
lijn de hendels uit en draai het
bevestigingsmateriaal vast.
Zie Afbeelding 30.
Voorwaartse positie afstellen
De voorwaartse positie van de stuurhendels
kan voor het comfort van de bediener worden
afgesteld.
1. Schakel de motor uit, verwijder de sleutel
en wacht totdat alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen en hete
onderdelen zijn afgekoeld.
2. Draai het bevestigingsmateriaal op
de stuurhendeleenheden los.
3. Zet de stuurhendels in de gewenste
positie:
• Duw de hendels voorzichtig naar voren
om ze verder van de bediener te zetten.
• Trek de hendels voorzichtig naar
achteren om ze dichter bij de bediener
te zetten.
4. Zet het bevestigingsmateriaal vast.
DE MACHINE AFSTELLEN OM
RECHTUIT TE RIJDEN
OPMERKING: Het achteruitrijden kan alleen
worden bijgesteld door uw Stiga-dealer.
De bandenspanning aanpassen
1. Zet de machine in de stand voor
onderhoud. Zie Stand voor onderhoud
op pagina 19.
2. Controleer de bandenspanning. Breng
deze waar nodig op de juiste spanning.
Zie Specificaties op pagina 41.
3. Controleer de sporing.
NL - 27
Afbeelding 30