Instrumenten
Instellingen
Druk op
en selecteer
Instrum.
instellingen te wijzigen. Ga naar een instellingengroep en
druk op
om deze te openen. Ga naar een instelling die
u wilt wijzigen en druk op
Telefoon-instellingen
Algemeen
Displaytaal
- Als u de taal van de displayteksten in het
apparaat wijzigt, worden ook de datum-en tijdnotatie
en de gebruikte scheidingstekens in bijvoorbeeld
berekeningen gewijzigd. Bij de instelling
wordt de taal geselecteerd op basis van de informatie
op de SIM-kaart. Als u de taal van de displaytekst wijzigt,
wordt het apparaat opnieuw opgestart.
De instellingen voor
Displaytaal
elke toepassing op het apparaat en blijven actief totdat u
deze opnieuw wijzigt.
Invoertaal
- Als u de taal wijzigt, veranderen de (speciale)
tekens die beschikbaar zijn bij het invoeren van tekst en
>
Instell.
om de
.
Automatisch
en
Invoertaal
beïnvloeden
wordt er een andere woordenlijst gebruikt voor
tekstinvoer met woordenlijst.
Woordenboek
- Hiermee stelt u tekstinvoer met
woordenlijst in op
Aan
of
Uit
apparaat. Tekstinvoer met woordenlijst is niet voor alle
talen beschikbaar.
Welkomstnotitie / logo
- Telkens wanneer u het apparaat
inschakelt, wordt de welkomsttekst of het logo kort
weergegeven. Selecteer
Standaard
standaardafbeelding te gebruiken,
welkomsttekst in te voeren (maximaal 50 letters) of
Afbeelding
om een afbeelding of foto te selecteren in
Galerij.
Fabrieksinstellingen
- Hiermee kunt u voor bepaalde
instellingen de oorspronkelijke waarden herstellen. U hebt
hiervoor echter de blokkeringscode nodig. Zie 'Telefoon en
SIM' op pag. 110. Nadat u de fabrieksinstellingen hebt
hersteld, kan het inschakelen van het apparaat langer
duren. Dit heeft geen effect op documenten en bestanden.
Standby-modus
Actief standby
- Hiermee kunt u in de standby-modus
in het hoofddisplay sneltoetsen gebruiken voor
toepassingen. Zie 'Actieve standby-modus' op pag. 22.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
voor alle editors op het
om de
Tekst
om een
105