Fig. 5: Flexibele aansluiting van de persleiding
1
3
Fig. 6: Voorbereiding van de aan te sluiten reservoiraansluitingen
2
1
15
15
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-DrainLift XXL
2
4
7.3.2 Aansluitingsstukken aan het reservoir
Aan te sluiten reservoiraansluitingen volgens fig. 6 voorbereiden.
Toevoer DN 100/DN 150
Aansluiting van de toevoerleiding(en) DN 100 of DN 150 op het reservoir volgens fig. 6
enkel aan de 4 toevoeraansluitingen uitvoeren.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Wanneer de toevoerleiding op een ander punt wordt aangesloten, kan dat tot lekkages
en beperkingen in de werking leiden en de installatie beschadigen!
Uitsluitend de hiervoor bestemde aansluitingsstukken gebruiken!
Toevoerleidingen zo leggen, dat deze vanzelf leeg kunnen lopen.
In de toevoerleiding vóór het reservoir is bij het installeren van de installatie binnen het
gebouw volgens EN 12056-4 een afsluiter (toebehoren) vereist (fig. 9).
Ontluchting DN 70
Conform EN 12050-1 moet de installatie op een ontluchtingsleiding worden aangesloten
die via het dak ontlucht. Dit is absoluut noodzakelijk voor een probleemloze werking van
de installatie. De aansluiting vindt plaats op het aansluitstuk DN 70 op het reservoirdak
door middel van het meegeleverde slangstuk Ø 78 mm (fig. 6, fig. 7).
Leidingen zo leggen, dat deze vanzelf leeg kunnen lopen.
Verbinding van twee reservoirs
Bij installaties met twee reservoirs moeten de reservoirs aan het onderste aansluitstuk
DN 150 door middel van het meegeleverde slangstuk DN 150 met klembanden verbonden
worden (fig. 7).
Om de overbrenging van krachten en trillingen tussen
installatie en persleiding te voorkomen, moet de verbin-
ding flexibel worden uitgevoerd. Daarvoor afstand tus-
sen flensaansluiting en persleiding aanhouden (fig. 5).
1
Persleiding
2
Slangmanchet
3
Flensaansluiting
4
Ca. 40-60 mm afstand aanhouden
• De bodem van het aansluitingsstuk indien mogelijk uitza-
gen met een gatenzaag met een geschikte grootte (pos. 1).
• Als geen gatenzaag beschikbaar is, de bodem ca. 15 mm
voor de torus afzagen (pos. 2).
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Beschadiging resp. verwijdering van de torus
kan tot lekkages leiden.
De torus moet volledig aanwezig zijn!
• Bramen en overtollig materiaal verwijderen.
• Aansluitingen met meegeleverde slang en slangklemmen
zorgvuldig uitvoeren.
Nederlands
13