Nederlands
Fig. 4: Opstelling van de pompen (vervolg)
11.4
11.3
12
7.3 Aansluiting van de leidingen
Alle leidingen moeten spanningsvrij, geluidsgeïsoleerd en flexibel worden gemonteerd.
Er mogen geen leidingskrachten en momenten op de installatie werken, de leidingen (incl.
armaturen) moeten zodanig worden bevestigd, dat er geen trek- en/of drukkrachten op de
installatie werken.
Alle leidingen naar eer en geweten aansluiten. Verbindingen met slangklemmen zorgvuldig
vastdraaien (aandraaimoment 5 Nm!).
De leidingdiameter in stroomrichting niet verkleinen.
In de toevoerleiding voor het reservoir en achter de terugslagklep is volgens EN 12056-4
altijd een afsluiter vereist (fig. 9).
7.3.1 Persleiding
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Optredende drukpieken (bijv. bij het sluiten van de terugslagklep) kunnen afhankelijk
van de bedrijfssituatie een veelvoud van de pompdruk bedragen.
• Daarom moet er naast een goede drukbestendigheid ook op worden gelet dat de ver-
bindingselementen van de leidingen de langskrachten goed kunnen opvangen!
• De leiding en alle ingebouwde onderdelen moeten zeker stand kunnen houden bij de
optredende bedrijfsdruk.
• Vermijd langere horizontale leidingsstukken, omdat deze waterslagen van de terug-
slagkleppen en daardoor gevaarlijke drukpieken begunstigen, die de toegestane
waarde kunnen overschrijden en zo een gevaar voor de installatie en de persleiding
kunnen vormen. Indien deze niet te vermijden zijn, dan moeten door de klant geschikte
maatregelen worden getroffen (bijv. extra klep met tegengewicht).
Voor de bescherming tegen een eventuele opstuwing uit het openbare verzamelkanaal
moet de persleiding als een "leidinglus" worden gelegd, waarvan de onderkant op het
hoogste punt van het plaatselijk vastgelegde rioolniveau (meestal straatniveau) moet lig-
gen (vgl. ook fig. 9).
De persleiding vorstveilig leggen.
Op de persaansluiting van de installatie (pompdrukaansluiting met ontluchtingsflens) eerst
de terugslagkleppen en daarna de afsluiters DN 80 resp. DN 100 monteren (als toebehoren
verkrijgbaar, moeren, ringen, vlakke afdichting meegeleverd). Gewicht van de armaturen
opvangen!
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Het gebruik van armaturen die geen Wilo-toebehoren zijn kan leiden tot storingen in
de werking of kunnen het product beschadigen!
Vervolgens de persleiding direct op de afsluiter aansluiten (flensaansluiting, elastisch
slangstuk, vlakke afdichting en verbindingselementen worden meegeleverd).
• Meegeleverd slangstuk DN 19 (pos. 11.3) aansluiten op de
ontluchtingsflens en de slangaansluiting van het reservoir
(pos. 11.2) aan het reservoir.
• Slangklemmen (pos. 11.4) zorgvuldig vastdraaien,
aandraaimoment 5 Nm!
WILO SE 10/2010