Voer eerst het volgende uit:
AANDACHT: Voordat de eerste werkcyclus wordt gestart,
moet een complete laadyclus van de batterij uitgevoerd
worden. Raadpleeg het hoofdstuk
1. Voordat het toestel wordt gebruikt, moet gecontroleerd worden
dat de algemene conditie en de veiligheid van het toestel OK zijn.
Als de conditie niet perfect is, is het verboden om het toestel te
gebruiken.
2. Draai de handgreep voor de bediening in de verticale positie.
AANDACHT: Tijdens deze handeling mag u uw voet niet op
het toestel doen steunen.
ON
1
1
7. Haal de batterij uit de behuizing van het toestel via de daarvoor
bestemde handgreep (Afb.5).
8. Controleer of de status van de rubbers van de wisser geschikt is
voor de werkzaamheden die moeten uitgevoerd worden, anders
moet het onderhoud ervan uitgevoerd worden (zie het hoofdstuk
"ONDERHOUD").
9. Controleer of de status van de borstel geschikt is voor de
werkzaamheden die moeten uitgevoerd worden, anders moet
het onderhoud ervan uitgevoerd worden (zie het hoofdstuk
"ONDERHOUD").
10. Draai de voorste carter (5) helemaal, gebruik daarvoor de
handgreep (6) (Afb.6).
AANDACHT: Deze werkzaamheden moeten uitgevoerd
worden met handschoenen ter bescherming tegen mogelijk
contact met randen of punten van metalen voorwerpen.
5
AANDACHT: Gebruik altijd reinigingsmiddelen waarvan het
etiket van de fabrikant de tekst 'gebruik voor vloerreinigers'
bevat. Gebruik nooit zure, alkalische en oplossende
producten die deze tekst niet hebben. Het is mogelijk om zure
of alkalische onderhoudsoplossingen te gebruiken, met pH
waarde tussen vier en tien, en die het volgende niet bevatten:
Verwijder,
chloor
of
oplosmiddelen.
AANDACHT: Er wordt aanbevolen om steeds beschermende
handschoenen te dragen voordat reinigingsmiddelen of zure
oplossingen of alkalines worden gehanteerd, om ernstige
letsels aan de handen te vermijden.
AANDACHT: Gebruik steeds een reinigingsmiddel dat weinig
schuim produceert. Om er zeker van te zijn dat niet te veel
schuim wordt geproduceerd, moet voordat de machine gaat
gebruikt worden in het afvalreservoir een kleine hoeveelheid
antischuimmiddel gegoten worden. Gebruik nooit zuivere
zuren.
VOORBEREIDING VOOR DE WERKING
"BATTERIJ
OPLADEN".
2
2
3
5
6
broom,
formaldehyde,
minerale
3. Schakel het toestel in met de hoofdschakelaar (1) (Afb.1).
AANDACHT: Als de led van de hoofdschakelaar (1) (Afb.1)
actief is, wordt de elektrische installatie van het toestel
gevoed.
4. Controleer het laadniveau van de batterij. Op de batterij zijn vier
leds (2) aanwezig die het percentage van de lading aanduiden
(Afb.2). Wanneer alle leds oplichten, is de batterij helemaal
opgeladen; als alle leds uit zijn, is de batterij helemaal leeg.
5. Schakel het toestel uit via de hoofdschakelaar (1) (Afb.3).
6. Haal de batterij (3) uit de behuizing van het toestel, door de
richting van de pijl te respecteren die is aangeduid op de
blokkeerhendel (4) (Afb.4).
OFF
1
3
11. Verwijder het reservoir met oplossing van het toestel (Afb.7).
Plaats hem voorzichtig op de vloer.
12. Haal de vuldop (7) van de reinigende oplossing uit zijn zitting in
het reservoir met oplossing (Afb.8).
13. Vul met schoon water dat niet warmer dan 50°C en niet kouder
dan 10°C is.
14. Giet het vloeibare reinigingsmiddel in het reservoir met oplossing,
volgens de concentratie en de normen die op het etiket van de
fabrikant van het reinigingsmiddel staan.
AANDACHT: Om te vermijden dat zeer veel schuim wordt
gevormd dat de zuigmotor zou beschadigen, moet het
minimum percentage reinigingsmiddel gebruikt worden.
6
7
15. Plaats de vuldop (7) van de reinigende oplossing in zijn zitting in
het reservoir met oplossing (Afb.9).
AANDACHT: Telkens wanneer het niveau van de oplossing in
het reservoir hersteld wordt, is het een goed idee het
afvalreservoir leeg te maken.
16. Plaats het reservoir met oplossing in het toestel (Afb.10).
17. Draai de voorste carter (5) in de werkpositie, gebruik daarvoor de
handgreep (6) (Afb.11).
18. Plaats de batterij in de batterijruimte achteraan de behuizing van
het toestel.
11
4
3
7
8