OPMERKING:
transparanten hebt, kunt u afdrukmateriaal voor kopieerapparaten, 70 tot 90 g/m
gebruiken.
1.
Controleer of de printer niet actief is en of het Klaar-lampje brandt.
2.
Plaats het afdrukmateriaal in de invoerlade.
3.
Druk een reinigingspagina af. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor
afdrukken in Windows 2000 en XP). Zie
OPMERKING:
gestopt tijdens het reinigen. Schakel de printer pas uit nadat het reinigen is voltooid. U moet het
reinigingsproces wellicht een aantal keren herhalen om de printer grondig te reinigen.
42
Hoofdstuk 3 Onderhoud
Voor optimale resultaten kunt u het beste een transparant gebruiken. Als u geen
Het reinigingsproces duurt ongeveer 3 minuten. De reinigingspagina wordt regelmatig
Printereigenschappen (driver) op pagina 9
, met een glad oppervlak
2
voor instructies.
NLWW