Afdrukken op materiaal met een aangepast formaat en kaarten
Met de HP LaserJet 1020-printer kan worden afgedrukt op afdrukmateriaal met aangepast formaat of op
kaarten van 76 x 127 mm en 216 x 356 mm.
Gebruik de hoofdinvoerlade voor meerdere vellen. Zie
formaten van afdrukmateriaal.
VOORZICHTIG:
1.
Plaats het papier met de smalle kant naar voren en de afdrukzijde naar boven. Stel de papiergeleiders in
op het afdrukmateriaal.
2.
Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000 en XP). Zie
Printereigenschappen (driver) op pagina 9
3.
Selecteer de optie voor aangepast formaat op het tabblad Papier/kwaliteit. Geef de afmetingen van
het aangepaste papierformaat op.
OPMERKING:
Raadpleeg de Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
4.
Druk het document af.
Zie
Handinvoer op pagina 14
NLWW
Voordat u de vellen plaatst, moet u controleren of de vellen niet aan elkaar kleven.
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen.
om af te drukken via de handinvoer.
Hoofdinvoerlade op pagina 6
voor instructies.
Afdrukken op materiaal met een aangepast formaat en kaarten
voor de ondersteunde
31