9 Instellingen
Afb.64
Voorbeeld van de warmtevraag 10 V
V
[°C]
F2=130
F2=100
F1=0
U1=0
0,15
134
(7465),Spanningswrde 2 H2 mod 3 (7466) enFunc wrd 2 H2 moduul
3 (7467)
F1 Functiewaarde 1
F2 Functiewaarde 2
S Spanning tot Hx
U1 Spanningwaarde 1
U2 Spanningwaarde 2
V Richtwaarde aanvoertemperatuur
De lineaire sensorkarakteristiek wordt bepaald door twee vaste punten. De
instelling wordt gerealiseerd met twee parameterparen voor Funktionswert
en Spannungswert (F1/U1 en F2/U2).
S
[V]
U2=10
RA-0000084
Functie uitgang UX21 mod. 1 (7348), Functie uitgang UX22 mod.
1 (7355), Functie uitgang UX21 mod. 2 (7423) en Functie uitgang
UX22 mod. 2 (7430),Functie uitgang UX21 mod. 3 (7498) enFunctie
uitgang UX22 mod. 3 (7505)
Geen: Geen functie.
Ketelpomp Q1: De aangesloten pomp wordt gebruikt om het ketelwater
te laten recirculeren.
Tapwaterpomp: Aandrijving voor tapw-opslagtank
Verwarmingscircuitpomp Q33: Inschakelen van een laadpomp voor de
warm tapwater-opslagtank met externe warmtewisselaar.
Verwarmingscircuitpomp HCs: Inschakelen van de verwarmingscircuit
pompen HC1 - HC3.
Collectorpomp: Inschakelen van een circulatiepomp in geval van het ge
bruik van zonnecollectoren.
Pomp op zonne-energie voor ext. wisselaar K9: De solarkring-pomp voor
de externe warmtewisselaar K9 moet hier worden ingesteld.
Pomp op zonne-energie voor buffer K8: Als er meerdere warmtewisselaars
aangesloten zijn, moet de bufferopslagtank worden ingesteld op de be
treffende relaisuitgang van de solar-regeleenheid en moet worden vast
gelegd onder prog. nr. 5840.
Pomp op zonne-energie voor het zwembad K18: Als er meerdere warmte
wisselaars aangesloten zijn, moet het zwembad worden ingesteld op de
betreffende relaisuitgang en het type solar-regeleenheid moet worden
vastgelegd onder prog. nr. 5840.
Ketelpomp op vaste brandstof Q10: Aansluiting van een circulatiepomp
voor de ketelkring voor het aansluiten van een ketel op vaste brandstof.
Sign uitgang UX21 moduul 1 (7350), Sign logic uitg UX22 mod 1
(7357), Sign uitgang UX21 moduul 2 (7425) und Sign uitgang UX22
moduul 2 (7432), Sign uitgang UX21 moduul 3 (7500) and Sign
uitgang UX22 moduul 3 (7507)
Specificeert of het signaal moet worden uitgevoerd als een 0 – 10 V-signaal
of pulsbreedtemodulatie-signaal.
9.2.22 Ingangs-/uitgangstest
In-/uitgangstests (7700-7952)
Tests voor het controleren van de functionaliteit van aangesloten compo
nenten.
9.2.23 Status
Status
Met deze functie kan de status van het geselecteerde systeem worden opge
vraagd.
Tab.15 Statustabel verwarmingscircuit
De volgende meldingen zijn mogelijk onder verwarmingscircuit:
7636649 - 01 - 31082015